Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 september 2025 in de zaak tussen
de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk, de heffingsambtenaar.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
[persoon] (de uitspraak op bezwaar).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 29 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/8508, waarin eiseres beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres niet gerechtigd is om beroep in te stellen tegen de beslissing van de heffingsambtenaar. De uitspraak op bezwaar, gedateerd 13 november 2024, was geadresseerd aan een gemachtigde en betrof een bezwaar van een andere persoon tegen de WOZ-beschikking 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde het beroep heeft ingesteld namens eiseres, maar dat de belanghebbende die bezwaar heeft gemaakt, een andere persoon is. Hierdoor is de rechtbank van mening dat het beroep niet door de juiste partij is ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft de feiten en de motivering van haar oordeel uiteengezet, waarbij zij heeft benadrukt dat de gemachtigde niet heeft gereageerd op verzoeken om duidelijkheid over de belanghebbende. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing binnen zes weken na verzending.