Op 29 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/8450, waarin eiseres beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Goirle, gedateerd 12 november 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres niet gerechtigd was om beroep in te stellen tegen de beslissing van de heffingsambtenaar. De rechtbank heeft deze uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de uitspraak op bezwaar was geadresseerd aan een gemachtigde en dat het beroep door deze gemachtigde is ingesteld namens eiseres. Echter, de rechtbank concludeert dat de gemachtigde niet de belanghebbende was die bezwaar had gemaakt tegen de WOZ-beschikking. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen reactie is gekomen van de gemachtigde op eerdere verzoeken om duidelijkheid over de belanghebbende in deze zaak.
De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.