ECLI:NL:RBZWB:2025:6514

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
30 september 2025
Zaaknummer
02-089755-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen en medeplichtigheid aan poging tot dubbele moord na onvoldoende bewijs

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 2002, heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 oktober 2025 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van medeplegen en medeplichtigheid aan een poging tot moord op twee slachtoffers, naar aanleiding van een schietincident op 12 december 2023 in Breda. De verdachte had de schutter afgezet in de buurt van het plaats delict, maar stelde dat hij niets wist van de plannen van de schutter. Tijdens de zitting op 17 september 2025 hebben zowel de officier van justitie, mr. S.A.J. Louwers, als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De officier van justitie concludeerde dat de feiten niet bewezen konden worden, terwijl de verdediging betoogde dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kon komen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om opzet van de verdachte vast te stellen. Daarom werd de verdachte integraal vrijgesproken van de tenlastelegging. Tevens werd besloten dat het in beslag genomen geldbedrag van EUR 2.150,- aan de verdachte moest worden teruggegeven en dat het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-089755-24
Vonnis van de meervoudige kamer van 1 oktober 2025
in de strafzaak tegen verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
raadsman mr. V. Poelmeijer, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 september 2025, waarbij de officier van justitie mr. S.A.J. Louwers en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd volgens artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering en is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot moord op twee slachtoffers. Dit is subsidiair ten laste gelegd als medeplichtigheid aan dit feit.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat de feiten niet kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Op 12 december 2023 heeft een schietincident plaatsgevonden bij [locatie] aan de [straat] in Breda . Er is door een schutter zevenmaal gericht geschoten op een voertuig waarin op dat moment [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zaten. Verdachte is degene die de schutter voorafgaand aan het schietincident in de buurt van [locatie] heeft afgezet. Volgens verdachte had hij de opdracht gekregen om tegen betaling een persoon naar Breda te brengen voor het plegen van bankhelpdeskfraude. Hij wist niets van de plannen van de schutter.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om te kunnen vaststellen dat verdachte opzet heeft gehad op de (dubbele) poging tot moord, al dan niet in voorwaardelijke zin. Verdachte zal daarom integraal worden vrijgesproken.

5.Beslag

Ten aanzien van het inbeslaggenomen geldbedrag zal een last worden gegeven tot teruggave aan verdachte.

6.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het primair en subsidiair ten laste gelegde;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van het in beslag genomengeldbedrag van EUR 2.150,-;
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.L. Martens, voorzitter,
en mrs. C.H.W.M. Sterk en P.K.J. van der Wal, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 oktober 2025.
Bijlage I
De tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 12 december 2023 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen op of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair:
[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 12 december 2023 te Breda, met elkaar, althans één van hen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen op of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks 12 december 2023 te Breda, meermalen althans eenmaal, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door de schutter te verplaatsen/vervoeren met een personenauto en/of zich gedurende een langere periode op te houden in de nabije omgeving van de [straat] te Breda .