Ook moet de rechtbank nog een definitieve beslissing nemen op het zelfstandig verzoek van de man om, uitvoerbaar bij voorraad, de zorgregeling uit te breiden en vast te stellen op de navolgende wijze:
o een weekend per veertien dagen van vrijdag 18.00 uur tot en met zondag 18.30 uur en iedere dinsdag na school tot en met 18.30 uur;
o Gedurende de helft van de algemene feestdagen;
o Gedurende de helft van de gebruikelijke schoolvakanties;
o Gedurende de helft van de zomervakantie, met bepaling dat de minderjarige (met ingang van 2024; 2023 betreft de opbouwfase) in de even jaren gedurende de eerste helft en in de oneven jaren gedurende de tweede helft bij de man zal zijn;
o Op bijzondere gelegenheden zoals de verjaardag van de minderjarige (verdeling bij toerbeurt), de verjaardag van vader en Vaderdag;
o Zulks op verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere keer dat de vrouw in gebreke blijft om aan de te wijzen beschikking te voldoen, uitvoerbaar bij voorraad, eventueel te matigen indien voornoemd bedrag in de visie van de rechtbank te hoog bevonden wordt;
o Althans een zorgregeling vast te stellen die de rechtbank redelijk acht op verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere keer dat de vrouw in gebreke blijft om aan de beschikking te voldoen, uitvoerbaar bij voorraad,
alsmede op het aanvullend zelfstandig verzoek van 7 juni 2023 om te bepalen dat bij iedere zorgregeling die de rechtbank redelijk acht, dit op verbeurte van een dwangsom van              € 1 .000.- zal zijn voor iedere keer dat de vrouw in gebreke blijft om aan de beschikking te voldoen, uitvoerbaar bij voorraad, zonder maximum alsmede de vrouw te veroordelen in de kosten van dit geding.