ECLI:NL:RBZWB:2025:6533

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 september 2025
Publicatiedatum
30 september 2025
Zaaknummer
C/02/439581 / FA RK 25-4582
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Zuijdweg
  • M. Duerink-Bottinga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming tijdelijke voogdij voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 september 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de tijdelijke voogdij over een minderjarige, geboren in 2017. De gecertificeerde instelling Nidos Jeugdbescherming voor Vluchtelingen heeft verzocht om de benoeming van een tijdelijke voogd, omdat de ouders van de minderjarige vermoedelijk zijn overleden en hun verblijfplaats onbekend is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders in de onmogelijkheid verkeren om het gezag uit te oefenen, waardoor het gezag is geschorst. De minderjarige verblijft momenteel in een opvanggezin en het belang van de minderjarige vereist een snelle beslissing. De rechtbank heeft daarom Nidos benoemd tot tijdelijke voogd en deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat er snel beslissingen over de minderjarige genomen kunnen worden. De beschikking kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/439581 / FA RK 25-4582
Datum uitspraak: 19 september 2025
Beschikking van de rechtbank over de (tijdelijke) voogdij
in de zaak van
NIDOS JEUGDBESCHERMING VOOR VLUCHTELINGEN,
locatie Utrecht, hierna te noemen: de GI,
betreffende
[minderjarige] ,geboren op [geboortedag] 2017 te [geboorteplaats] ( [land] ),
hierna te noemen: [minderjarige] ,
thans verblijvende op het [adres] .

1.Het procesverloop

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 3 september 2025;
- de bereidverklaring van de GI van 3 september 2025.

2.Het verzoek

2.1
De GI verzoekt de (tijdelijke) voogdij over [minderjarige] uit te spreken, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

3.De beoordeling

3.1
Op grond van het bepaalde in artikel 1:253r lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in samenhang gelezen met artikel 1:253q BW, benoemt de rechtbank een voogd indien één of beide ouder(s) al dan niet tijdelijk in de onmogelijkheid verkeert/verkeren het gezag uit te oefenen of indien het bestaan of de verblijfplaats van één of beide ouder(s) onbekend is. Gelet op lid 2 van artikel 1:253r BW is het gezag, dat aan één of beide ouder(s) toekomt, geschorst gedurende de tijd waarin een van de in het eerste lid genoemde omstandigheden zich voordoet. Op grond van het bepaalde in artikel 1:253q lid 3 BW kan de rechtbank een voogd benoemen indien het gezag van de gezaghebbende ouder(s) geschorst is.
3.2
Uit de overgelegde stukken blijkt dat [minderjarige] op 24 juli 2025 in Nederland is aangekomen. Zij is samen met haar ouders en zusje vanuit [land] naar Nederland gereisd, maar tijdens de reis zijn de ouders en het zusje van [minderjarige] , zo heeft zij verklaard, overleden.
3.3
Genoegzaam is komen vast te staan dat de ouders van [minderjarige] , nu zij vermoedelijk zijn overleden maar in ieder geval hun feitelijke verblijfplaats onbekend is, in de onmogelijkheid verkeren het gezag over haar uit te oefenen. Dit betekent dat het gezag is geschorst. Uit de overgelegde stukken is gebleken dat [minderjarige] op dit moment in een opvanggezin in [plaats] verblijft. Gelet op de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, zal de rechtbank ambtshalve overgaan tot benoeming van de GI tot (tijdelijk) voogdes nu het belang van [minderjarige] is gediend bij een maatregel, zodat er zo spoedig mogelijk beslissingen over haar genomen kunnen worden.
3.4
De rechtbank zal deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, omdat het voor de ontwikkeling van [minderjarige] noodzakelijk is dat de beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen uitgevoerd kan worden.
3.5
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1
benoemt over de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2017 te [geboorteplaats] ( [land] ), tot tijdelijke voogdes: de gecertificeerde instelling Stichting Nidos, gevestigd aan de Maliebaan 99, 3581 CH, te Utrecht;
4.2
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Zuijdweg, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2025 in tegenwoordigheid van mr. Duerink-Bottinga, griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.