Uitspraak
1.De stukken
2.De procesgang
3.Het advies van de tbs-instelling
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing.
betrokkenemet
twee jaar.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 1 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1989 en verblijvende in een tbs-instelling. De rechtbank behandelde de vordering van de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, die vroeg om verlenging van de tbs met twee jaar. De rechtbank constateerde dat de tbs op 29 september 2023 was aangevangen en dat de betrokkene eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar en tbs wegens het medeplegen van doodslag en het overtreden van de Wet wapens en munitie. Tijdens de zitting op 17 september 2025 werd de betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N. Wouters, en een deskundige van de tbs-instelling. De tbs-instelling adviseerde tot verlenging van de tbs, omdat er bij de betrokkene sprake was van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik, met een hoog recidiverisico bij verval van de maatregel. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eiste, gezien het nog aanwezige recidivegevaar en de noodzaak voor verdere behandeling. De rechtbank besloot de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, in plaats van de door de verdediging gevraagde verlenging van één jaar. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.