Op 16 september 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak is aangespannen door de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor de duur van een jaar, met ingang van 17 september 2025. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarigen, die te maken hebben met hechtingsproblematiek en emotionele instabiliteit, nog steeds ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De moeder van de kinderen heeft aangegeven niet in te stemmen met het verzoek van de GI, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat de continuïteit van de hulpverlening en de stabiliteit van de minderjarigen voorop staan. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de moeder complimenten gegeven voor haar inzet en betrokkenheid tijdens de mondelinge behandeling, ondanks de moeilijke omstandigheden.