Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
 - [naam 1] , casemanager [accommodatie] ;
 - [naam 2] , casemanager [accommodatie] .
 
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 augustus 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1981, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van een verzoekschrift op 4 augustus 2025. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals twee casemanagers. De officier van justitie was niet aanwezig.
Het verzoek omvatte verschillende zorgvormen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Betrokkene heeft aangegeven dat hij momenteel in een doorstroomvoorziening verblijft en dat hij hulp nodig heeft, vooral voor zijn ADHD-problematiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel voor zichzelf en anderen.
De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat betrokkene niet volledig achter de voorgeschreven medicatie staat en er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met specifieke zorgvormen die zijn goedgekeurd. De overige verzochte zorgvormen zijn afgewezen, omdat daarvoor geen noodzaak bestond. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met het rechtsmiddel van cassatie openstaand tegen deze beschikking.