5.5.Zoals ter zitting besproken zullen als hulpverleningsdoelen worden aangemerkt:
- [minderjarige] dient te beschikken over een stabiele en veilige verblijfplaats, waar zij
rust en continuïteit ervaart en beschermd wordt tegen loyaliteitsconflicten en
negatieve beïnvloeding;
- Er dient bij [minderjarige] een psychodiagnostisch onderzoek uitgevoerd te worden om
een helder beeld te krijgen van haar cognitieve mogelijkheden, haar sociaal-
emotionele ontwikkeling en mogelijke psychiatrische problematiek. Dit onderzoek
is noodzakelijk om passende begeleiding en behandeling in te kunnen zetten;
- Verder is voor [minderjarige] psycho-educatie op het gebied van seksualiteit en
internetgebruik aangewezen;
- Contactherstel tussen de moeder en [minderjarige] , waarbij zorgvuldig gekeken wordt
naar de veiligheid en het tempo dat [minderjarige] aankan;
- Voor de moeder en stiefvader wordt begeleiding en ondersteuning noodzakelijk
geacht om hen te helpen bij emotieregulatie, opvoedingsvaardigheden en het
kunnen aangaan van een constructief contact met zowel [minderjarige] als het netwerk;
- Voor oom en tante is eveneens hulpverlening nodig, met name gericht op het
omgaan met hun rol als opvoeders en het voorkomen dat [minderjarige] klem komt te
zitten in negatieve beeldvorming of conflicten met moeder en stiefvader;
- Het in kaart brengen van de opvoedsituatie en -vaardigheden van de vader.