Op 1 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over de aanslag rioolheffing opgelegd aan een belanghebbende, eigenaar van een bosperceel in Hilvarenbeek. De heffingsambtenaar had op 24 februari 2024 een aanslag rioolheffing opgelegd voor het jaar 2024, maar het bezwaar van de belanghebbende tegen deze aanslag werd ongegrond verklaard, ondanks dat de WOZ-waarde van het perceel was verlaagd. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende op 20 augustus 2025 behandeld, waarbij de heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door mr. A.K. Bisoen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bosperceel, waarop een houten schuurtje staat, niet is aangesloten op de gemeentelijke riolering. De heffingsambtenaar betoogde dat het hemelwater dat in de grond gaat, indirect leidt tot een aansluiting op het riool, maar de rechtbank oordeelde dat de afstand van honderden meters tot de dichtstbijzijnde riolering dit niet ondersteunt. De rechtbank concludeerde dat er geen belastbaar feit aanwezig was en dat de aanslag rioolheffing onterecht was opgelegd.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de aanslag en bepaalde dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51 aan de belanghebbende moest vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.