ECLI:NL:RBZWB:2025:6599
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van de minister van Financiën om schuld over te nemen in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire
Op 3 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire, en de minister van Financiën. Eiser had verzocht om overname van een schuld van € 5.800 bij Flanderijn, die voortvloeide uit een onrechtmatige daad, namelijk verzekeringsfraude. De minister weigerde deze overname, wat eiser niet kon accepteren. Hij voerde verschillende beroepsgronden aan tegen de afwijzing van zijn aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 15 september 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de minister, mr. M. Bouhoud.
De rechtbank oordeelde dat de minister terecht had geweigerd de schuld over te nemen, omdat artikel 4.1, vierde lid, onder c, van de Wet herziening kindertoeslag bepaalt dat schulden die voortvloeien uit een onrechtmatige daad niet worden overgenomen. Eiser had erkend onjuiste declaraties te hebben ingediend, maar stelde dat dit niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van een onrechtmatige daad. De rechtbank weerlegde dit standpunt en concludeerde dat de minister op goede gronden had gehandeld. Eiser kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard, wat betekende dat er voor hem niets veranderde en hij geen proceskostenvergoeding of griffierecht kreeg toegewezen.