ECLI:NL:RBZWB:2025:6605

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 september 2025
Publicatiedatum
2 oktober 2025
Zaaknummer
C/02/426620 FA RK 24-4274
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Bollen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding van een Somalisch huwelijk met beoordeling van de rechtsgeldigheid en erkenning in Nederland

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 september 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding tussen een man en een vrouw die in 2006 in Somalië zijn gehuwd. De man, die inmiddels de Nederlandse nationaliteit heeft, verzocht de rechtbank om de echtscheiding uit te spreken. Tijdens de procedure werd vastgesteld dat er een schrijffout was gemaakt in het betekeningsexploot, maar de rechtbank oordeelde dat dit geen gevolgen had voor de rechtsgeldigheid van de procedure. De rechtbank moest ook beoordelen of het huwelijk rechtsgeldig was volgens Somalisch recht en of het in Nederland erkend kon worden. De man stelde dat hij in 2012 de talaq had uitgesproken, maar de rechtbank kon niet vaststellen dat dit op een rechtsgeldige wijze was gebeurd. De rechtbank concludeerde dat het huwelijk nog steeds bestond en sprak de echtscheiding uit op basis van de duurzaam ontwrichte relatie tussen partijen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
Zaaknummer: C/02/426620 FA RK 24-4274
datum uitspraak: 26 september 2025
beschikking betreffende echtscheiding
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. Akҫa-Altun,
en
[de vrouw],
zonder bekende woon-of verblijfplaats binnen of buiten Nederland,
hierna te noemen de vrouw.
1. Het procesverloop
1.1. Het procesverloop tot aan de mondelinge behandeling van 26 juni 2025 blijkt uit de volgende stukken:
- het op 16 september 2024 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- het op 17 september 2024 uitgebrachte betekeningsexploot en de publicatie daarvan in de Staatscourant van 19 september 2024;
- de brieven van mr. Akҫa-Altun van 1 oktober 2024 met bijlagen, 8 oktober 2024,
18 oktober 2024, 30 oktober 2024 en 25 juni 2025 met bijlagen;
- de brieven van de griffier van de rechtbank van 17 oktober 2024 en van 21 oktober 2024 aan mr. Akҫa-Altun;
- het e-mailbericht van de griffier van de rechtbank van 14 maart 2025 aan mr. Akҫa-Altun;
- de oproep van de vrouw door de griffier van deze rechtbank in de Staatscourant van
3 maart 2025.
1.2. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Breda uitgenodigd om als informant bij de mondelinge behandeling aanwezig te zijn.
1.3. De zaak is behandeld op de mondelinge behandeling van 26 juni 2025. Bij die gelegenheid is verschenen de man, bijgestaan door zijn advocaat. Voor de man was een tolk aanwezig. Als ambtenaren van de burgerlijke stand van de gemeente Breda zijn verschenen mevrouw [naam 1] en mevrouw [naam 2] . De vrouw is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet op de mondelinge behandeling verschenen.
1.4. Na de mondelinge behandeling is nog binnengekomen de brief van mr. Akҫa-Altun van 4 juli 2025 met bijlagen.

2.De feiten

2.1.
In de Basisregistratie Personen (BRP) staat de man als gehuwd geregistreerd met de vrouw op [datum] 2006 in Qoryoley, Somalië.
2.2.
De man heeft zich blijkens de BRP op 14 december 2009 in Nederland gevestigd.
2.3.
De man heeft (inmiddels) de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

De man verzoekt de echtscheiding tussen partijen uit te spreken.

4.De beoordeling

Betekeningsexploot
4.1.
Bij de beoordeling van de processtukken heeft de rechtbank geconstateerd dat er in het betekeningsexploot van 17 september 2024 en in de publicatie daarvan in de Staatscourant van 19 september 2024 een schrijffout is geslopen. De geslachtsnaam (namenreeks) van de vrouw is volgens de door de man overgelegde rapporten van de IND en zoals opgenomen in de BRP van de man onder huwelijk: [de vrouw] . In het exploot en de publicatie in de Staatscourant staat als naam van de vrouw: [de vrouw] [achternaam] . De laatste naam uit de namenreeks van de vrouw is dus niet juist gespeld. De advocaat van de man heeft toegelicht dat hier sprake is geweest van een kennelijke schrijffout. Artikel 45 lid 3 Wetboek van Rechtsvordering (Rv) bepaalt evenwel aan welke inhoud een exploot ten minste moet voldoen. Hieronder valt de naam van degene voor wie het exploot is bestemd. Als hier niet (juist) aan is voldaan kan dit ertoe leiden dat het exploot nietig is. Op grond van artikel 816 lid 3 Rv, is het bepaalde in de artikelen 120 en 121 Rv van overeenkomstige toepassing op het betekeningsexploot. De vrouw is niet in de procedure verschenen, maar de rechtbank verbindt geen consequenties aan de schrijffout in het betekeningsexploot. De vrouw is namelijk voor de mondelinge behandeling van het echtscheidingsverzoek opgeroepen in de Staatscourant van 3 maart 2025, waarbij een termijn van drie maanden tussen oproeping en de mondelinge behandeling in acht is genomen. In deze oproep zijn de namen van de vrouw juist gespeld. Aldus is feitelijk uitvoering gegeven aan het herstel als bedoeld in lid 2 van artikel 121 Rv.
Internationale bevoegdheid en toepasselijk recht
4.2.
Omdat ten tijde van de indiening van het verzoek tot echtscheiding van de man op
16 september 2024 zijn gewone verblijfplaats zich ten minste al een jaar in Nederland bevond, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe op grond van artikel 3 van de verordening Brussel II-ter (Verordening (EG) Nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019).
4.3.
De rechtbank zal op het verzoek Nederlands recht toepassen ingevolge artikel 10:56, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Rechtsgeldigheid huwelijk
4.4.
Voordat de rechtbank toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het echtscheidingsverzoek zal, gelet op artikel 10:33 BW, de rechtbank moeten beoordelen of het tussen partijen gesloten huwelijk als rechtsgeldig in Nederland kan worden erkend.
4.5.
Artikel 10:31 lid 1 BW bepaalt dat een buiten Nederland gesloten huwelijk dat ingevolge het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is of nadien rechtsgeldig is geworden als zodanig wordt erkend. Omdat het huwelijk in Somalië is gesloten, is het recht van Somalië van toepassing. Op grond van het vierde lid van artikel 10:31 BW wordt het huwelijk van de man vermoed naar het recht van Somalië rechtsgeldig te zijn gesloten, als een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit. De man heeft geen huwelijksakte of andersoortige huwelijksverklaring van een bevoegde autoriteit te Somalië kunnen overleggen. De rechtbank kan haar oordeel over de rechtsgeldigheid van het huwelijk daarom niet baseren op het rechtsvermoeden van lid 4 van artikel 10:31 BW. De rechtbank zal dan aan de hand van feiten en omstandigheden moeten beoordelen of het in Somalië tussen de man en de vrouw gesloten huwelijk naar het recht van Somalië rechtsgeldig is (of nadien rechtsgeldig is geworden).
Standpunt man
4.6.
De man heeft in de stukken en tijdens de mondelinge behandeling over het huwelijk het volgende gesteld. Hij is op [datum] 2006 in Qoryoley op traditionele wijze met de vrouw gehuwd. Het huwelijk is gesloten door [naam 3] (een imam) in het huis van de man in [plaats] . Zijn vader was aanwezig en twee kennissen van zijn vader, [naam 4] en [naam 5] . De vrouw was niet aanwezig. Dit is ook niet gebruikelijk. De traditie is dat er vanuit de vrouw iemand van de directe familie aanwezig is die verantwoordelijk is. Omdat de ouders van de vrouw zijn overleden, was haar schoonbroer aanwezig. Aangezien de schoonbroer geen directe familie is, heeft de [naam 3] op dat moment telefonisch contact opgenomen met de vrouw en in het bijzijn van de man en alle andere getuigen gevraagd of zij wilde trouwen met de man. Zij heeft toen ingestemd. Daarna vond de huwelijkssluiting plaats en schreef de [naam 3] alle namen van de getuigen en het bruidspaar op een papier. Dit papier heeft de [naam 3] behouden. De man heeft geen kopie hiervan gekregen. Hij kan daarom geen huwelijksakte overleggen. Toen partijen trouwden was de vrouw 17 jaar oud en hij was 19 of 20 jaar oud. Na het huwelijk zijn partijen ingetrokken bij zijn moeder. Ter onderbouwing van zijn relaas over de huwelijksvoltrekking heeft de man de verslagen van IND-gehoren overgelegd van 11 augustus 2009 en van
7 oktober 2009.
4.7.
In de stukken stelt de man sinds zijn vlucht uit Somalië in 2009 geen contact meer te hebben gehad met de vrouw. Tijdens de mondelinge behandeling stelt de man voor het eerst dat hij in 2012 al is gescheiden van de vrouw door het uitspreken van de talaq richting haar. De rechtbank komt hier onderstaand nader op terug. Eerst zal beoordeeld moeten zijn of het huwelijk rechtsgeldig is gesloten en vervolgens of dit huwelijk in Nederland kan worden erkend. Daarna vindt de beoordeling plaats of het huwelijk van de man op grond van het Somalische recht al op rechtsgeldige wijze is geëindigd.
Beoordeling rechtbank
4.8.
De rechtbank overweegt als volgt. Voor de inhoud van het Somalische recht ten aanzien van de huwelijksvoltrekking heeft de rechtbank Vind Burgerzaken geraadpleegd. In beginsel geldt voor het sluiten van het huwelijk de minimumleeftijd van achttien jaar. De rechtbank kan een uitzondering maken op dit leeftijdsvereiste voor zowel de man als de vrouw. Daarnaast kan een meisje dat de zestienjarige leeftijd heeft bereikt, maar nog geen achttien jaar oud is, met de toestemming van de (huwelijks)voogd een huwelijk aangaan. De rol van de voogd wordt in beginsel uitgeoefend door familie van de vrouw. In de praktijk worden huwelijken echter ook op jongere leeftijd gesloten. Kinderen worden geacht op hun vijftiende meerderjarig te worden en geacht dan te moeten kunnen huwen. De huwelijksvoltrekking moet plaatsvinden in het bijzijn van twee getuigen en ten overstaan van een bevoegde autoriteit. Hieronder wordt verstaan een rechter, een religieuze autoriteit of iemand met een grondige kennis van het islamitische recht. Een van de echtgenoten kan tijdens de ceremonie afwezig zijn als hij een persoon heeft gemachtigd die de wil om het huwelijk aan te gaan schriftelijk of mondeling zal geven. Een huwelijk is geldig als aan alle huwelijksvereisten is voldaan.
4.9.
De rechtbank vindt de verklaring van de man voldoende in overeenstemming met voornoemde bekende informatie over de wijze waarop huwelijken rechtsgeldig worden voltrokken in Somalië. Het huwelijk van partijen heeft plaatsgevonden ten overstaan van een religieuze autoriteit en in het bijzijn van getuigen. De schoonbroer van de vrouw was als gemachtigde voor haar aanwezig en bovendien heeft de vrouw ook zelf “telefonisch” tijdens de huwelijksvoltrekking haar instemming met het huwelijk kenbaar gemaakt. Daarnaast was de zeventienjarige leeftijd van de vrouw niet ongebruikelijk en vormt haar leeftijd geen wettelijk huwelijksbeletsel, gezien het gebruik in Somalië dat kinderen vanaf hun vijftiende meerderjarig worden beschouwd en dan geacht worden te kunnen huwen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het huwelijk tussen partijen naar Somalisch recht als rechtsgeldig moet worden beschouwd.
Erkenning huwelijk in Nederland
4.10.
Vervolgens moet worden beoordeeld of het Somalische huwelijk in Nederland kan worden erkend. Op grond van artikel 10:32 BW wordt, ongeacht artikel 10:31 BW, aan een buiten Nederland gesloten huwelijk erkenning onthouden, als deze erkenning kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde. Sinds 5 december 2015 is dit artikel uitgebreid met de bepaling onder c dat die erkenning in ieder geval wordt onthouden als een van de echtgenoten op het tijdstip van de sluiting van dat huwelijk niet de leeftijd van achttien jaar had bereikt, tenzij de echtgenoten op het moment dat de erkenning van het huwelijk gevraagd wordt, beiden de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.
4.11.
De vrouw is inmiddels al langere tijd ouder dan achttien jaar. De man was al meerderjarig ten tijde van het sluiten van het huwelijk. De rechtbank is van oordeel dat de man, met het door hem ingediende verzoekschrift tot echtscheiding op 16 september 2024, zijn tijdens deze procedure consequent ingenomen verklaringen over het huwelijk, en zijn laatste stelling tijdens de mondelinge behandeling dat hij in 2012 al is gescheiden, erkenning van het huwelijk beoogt. Gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank het huwelijk in Nederland worden erkend. Dit ongeacht de vraag of de gewijzigde (striktere) erkenningsregeling ook van toepassing is op huwelijken gesloten voor 5 december 2015.
Talaq
4.12.
In zijn verzoekschrift heeft de man verzocht om de echtscheiding uit te spreken naar Nederlands recht. Zoals in rechtsoverweging 4.7. overwogen, stelt de man tijdens de mondelinge behandeling dat het huwelijk tussen partijen al in 2012 is geëindigd door het uitspreken van de talaq. De man heeft daarover verklaard dat de grote afstand tussen Nederland en Somalië een negatieve invloed had op zijn huwelijk met de vrouw. Hij heeft in 2010 bij de Nederlandse autoriteiten een aanvraag gedaan voor gezinshereniging, maar die aanvraag is afgewezen. De vrouw begreep dit niet en dacht dat de man niet meer verder met haar wilde. Zij vroeg aan de man om van haar te scheiden. Hij heeft toen, in 2012, telefonisch de talaq uitgesproken. De vrouw woonde na het vertrek van de man naar Nederland aanvankelijk nog bij zijn moeder in Somalië, maar na het uitspreken van de talaq is de vrouw daar weggegaan. De man heeft vernomen dat de vrouw inmiddels in Somalië is hertrouwd.
4.13.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat van de man toegelicht dat de man bij haar kwam met een scheidingsakte uit Somalië. Namens de man heeft zij toen een verzoek gedaan bij de gemeente Breda om de scheiding in de BRP te laten registreren. De gemeente Breda heeft dit geweigerd, omdat uit documentenonderzoek van de IND bleek dat de scheidingsakte vals is. Daarna heeft de man bij de Somalische ambassade in Brussel een verklaring van echtscheiding opgevraagd, maar dit stuk is als ongeloofwaardig beoordeeld door de gemeente Breda. Om die redenen heeft zij de genoemde stukken niet in deze procedure overgelegd.
4.14.
De rechtbank heeft de advocaat van de man in de gelegenheid gesteld om de betreffende stukken alsnog na de mondelinge behandeling in te dienen. Bij brief van 4 juli 2025 heeft de advocaat van de man overgelegd:
- een (kopie van de) verklaring van echtscheiding van de Somalische ambassade in Brussel van 6 maart 2024;
- het voornemen van de gemeente Breda van 17 juli 2024 tot weigering van de echtscheidingsakte en de verklaring van echtscheiding;
- de zienswijze van de man van 5 augustus 2024, en
- het besluit weigering documenten van de gemeente Breda van 30 augustus 2024.
Beoordeling rechtbank
4.15.
Gelet op de stelling van de man dat hij in 2012 al is gescheiden, zal de rechtbank moeten beoordelen of naar Somalisch recht het huwelijk al op rechtsgeldige wijze is geëindigd en of de ontbinding van het huwelijk in Nederland wordt erkend. Hierop zijn de artikelen 10:57 tot en met 10:59 BW van toepassing.
4.16.
Artikel 10:57 lid 1 BW bepaalt dat een in het buitenland na een behoorlijke rechtspleging verkregen ontbinding van het huwelijk in Nederland wordt erkend, als zij tot stand is gekomen door de beslissing van een rechter of andere autoriteit en als aan die rechter of andere autoriteit daartoe rechtsmacht toekwam.
4.17.
Artikel 10:58 BW bepaalt dat een ontbinding van het huwelijk in het buitenland die uitsluitend door een eenzijdige verklaring van een der echtgenoten tot stand is gekomen, wordt erkend als:
a. de ontbinding in deze vorm overeenstemt met een nationaal recht van de echtgenoot, die het huwelijk eenzijdig heeft ontbonden;
b. de ontbinding in de staat waar zij geschiedde rechtsgevolg heeft; en
c. duidelijk blijkt dat de andere echtgenoot uitdrukkelijk of stilzwijgend met de ontbinding heeft ingestemd dan wel daarin heeft berust.
4.18.
Voor de beoordeling of het huwelijk is ontbonden via de talaq zijn de hiervoor genoemde voorwaarden van artikel 10:58 BW van belang. De man had op het moment van het uitspreken van de talaq de Somalische nationaliteit, zodat de talaq in overeenstemming moet zijn met het Somalische recht en in Somalië rechtsgevolg moet hebben (de voorwaarden onder a. en b.). Vind Burgerzaken vermeldt dat Somalië onder meer een onherroepelijke verstoting kent. Dit houdt in dat het huwelijk direct eindigt na de uitspraak. De echtgenoot heeft dit recht als de rechtbank hiermee heeft ingestemd. Duidelijk moet ook zijn dat de vrouw uitdrukkelijk of stilzwijgend met de ontbinding heeft ingestemd dan wel daarin heeft berust (de voorwaarde onder c.). Uit de toelichting op de wet en rechtspraak volgt dat deze voorwaarde streng wordt getoetst. Er zullen stukken moeten zijn, bijvoorbeeld een schriftelijke instemmingsverklaring van de vrouw, een door haar ingediend verzoek om inschrijving van de akte van verstoting dan wel een uit een huwelijksakte blijkend nieuw huwelijk van de vrouw, waaruit de instemming van de vrouw blijkt.
4.19.
De rechtbank kan niet vaststellen dat aan een van de genoemde voorwaarden is voldaan. De man heeft “enkel” gesteld dat hij in 2012 telefonisch de talaq heeft uitgesproken. Van voorafgaande instemming van een Somalische rechtbank is niet gebleken. Ook heeft de man geen stukken overgelegd waaruit de instemming van de vrouw kan worden afgeleid. De door de man later nog in het geding gebrachte verklaring van scheiding van de Somalische ambassade in Brussel van 6 maart 2024 is door de gemeente Breda in het besluit van 30 augustus 2024 - na overleg met de IND - als ongeloofwaardig beoordeeld. De rechtbank zijn in deze procedure geen feiten of omstandigheden bekend geworden om ten aanzien van de betrouwbaarheid van dit document anders te oordelen dan de gemeente Breda heeft gedaan. Verder beschikt de rechtbank niet over de als “vals” gekwalificeerde echtscheidingsakte. Zoals ook de gemeente heeft geoordeeld, is voor de rechtbank bovendien onbegrijpelijk dat de man in 2015 onder ede heeft verklaard dat hij is gehuwd met de vrouw, terwijl zijn standpunt nu is dat het huwelijk in 2012 al is geëindigd door het op verzoek van de vrouw uitspreken van de talaq. De man heeft hier desgevraagd geen uitleg of verklaring voor gegeven. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de rechtbank niet kan vaststellen dat de door de man gestelde talaq op een naar Somalisch recht rechtsgeldige wijze heeft plaatsgevonden. De gestelde talaq komt daarom niet voor erkenning in Nederland in aanmerking en het moet ervoor worden gehouden dat (nog steeds) sprake is van een huwelijk tussen partijen.
Echtscheiding
4.20.
De man heeft gesteld dat het huwelijk tussen partijen duurzaam is ontwricht. De rechtbank zal het verzoek van de man om de echtscheiding uit te spreken tussen partijen toewijzen als niet weersproken en op de wet gegrond.
Proceskosten
4.21.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
spreekt uit de echtscheiding tussen partijen, op [datum] 2006 in Qoryoley, Somalië met elkaar gehuwd;
5.2.
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Bollen, en, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 26 september 2025.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.