Op 10 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in drie zaken met betrekking tot verzoeken om voorlopige voorzieningen. De verzoekers, die bezwaar hadden gemaakt tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 26 november 2024, vroegen om een voorlopige voorziening in het kader van de Wet open overheid (Woo). De voorzieningenrechter heeft de verzoeken kennelijk gegrond verklaard en het besluit van de minister geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Dit betekent dat de openbaarmaking van de documenten is opgeschort, omdat de belangen van de verzoekers op dit moment zwaarder wegen dan het belang van de Woo-verzoeker, die niet heeft toegelicht welk belang hij heeft bij de onmiddellijke openbaarmaking van de documenten. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de minister de betaalde griffierechten moet vergoeden aan de verzoekers, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling omdat de verzoekers hier niet om hebben verzocht. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.