Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
 - de heer [naam 1] , zorgverantwoordelijke;
 - de heer [naam 2] , psychiater in opleiding;
 - mevrouw [naam 3] , verpleegkundig specialist.
 
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 augustus 2025 een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan een betrokkene, geboren in 1961, die lijdt aan een ernstige depressieve stoornis. De rechtbank heeft de aanvraag van de officier van justitie beoordeeld, waarbij verschillende deskundigen zijn gehoord, waaronder een zorgverantwoordelijke en een psychiater in opleiding. De betrokkene vertoonde een ernstig depressief toestandsbeeld en was ondervoed, maar er was enige verbetering zichtbaar in haar toestand. De advocaat van de betrokkene verzocht om afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, gezien het gebrek aan ziektebesef en inzicht bij de betrokkene. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel te voorkomen, waaronder lichamelijk letsel en verwaarlozing. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, die onder andere het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid omvat. De machtiging is geldig tot en met 15 februari 2026.