Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
Voor de goede orde wijs ik erop dat het huidige saldo op de en/of-rekening de opbrengst is van de garage van mijn partner en dus helemaal aan hem toebehoort”.Hoewel deze opmerking in een akte is opgenomen met als titel ‘aanvullend testament’, heeft erflaatster met deze opmerking niet over haar nalatenschap beschikt. Zij verklaart hiermee immers juist dat het geld op de gezamenlijke rekening níet haar bezit is. Deze verklaring heeft dwingende bewijskracht, zodat er in beginsel vanuit moet worden gegaan dan deze verklaring klopt. [erfgenaam] heeft hier onvoldoende tegenover gesteld, zodat tegenbewijs niet is geleverd. Het enkele feit dat de garagebox al enkele jaren eerder was verkocht, is in ieder geval onvoldoende. Er is bovendien niet gesteld of gebleken dat tussen het opstellen van het aanvullend testament en het overlijden nog geld door erflaatster op de gezamenlijke rekening is gestort.