Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 oktober 2025 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende
de heffingsambtenaar van de gemeente Veere, de heffingsambtenaar.
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Motivering
4.5 De heffingsambtenaar heeft naar het oordeel van de rechtbank met de hiervoor vermelde onderbouwing, alhoewel deze summier is, voldoende inzicht verschaft in de opbouw van de naheffingskosten. Met deze onderbouwing heeft de heffingsambtenaar aannemelijk gemaakt dat hierin uitsluitend kostenposten zijn begrepen die op grond van artikel 2 van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen daarin opgenomen mogen worden, waarbij de rechtbank vaststelt dat de gemeente geen overheadkosten in aanmerking heeft genomen. Het enkele feit dat de heffingsambtenaar niet per deelcomponent heeft aangegeven wat de specifieke kosten zijn, maakt niet dat deze onderbouwing daarom onjuist is. Er bestaat volgens de rechtbank geen aanleiding om aan de juistheid van de hiervoor vermelde gegevens te twijfelen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de heffingsambtenaar de naheffingskosten van € 76,70 in rekening mogen brengen, omdat dit bedrag lager is dan het maximumbedrag dat volgt uit de kostenonderbouwing van de gemeente Veere.