ECLI:NL:RBZWB:2025:6669
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een vrijstaande woning in Breda
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 oktober 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 3 oktober 2024 beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een vrijstaande woning in Breda, vastgesteld op € 1.275.000 per 1 januari 2023. Belanghebbende, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling en stelde dat de waarde op de waardepeildatum € 918.000 zou moeten zijn. De rechtbank heeft het beroep op 10 september 2025 behandeld, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. R.W.B. van Middelaar, en mr. C.Z.A.M. Ŝkanderová, beiden van Het Nieuwe WOZ-bureau B.V. De heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door mr. L.J. Boone en een taxateur.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning heeft onderbouwd met een taxatiematrix, waarin de waarde van de woning werd getaxeerd op € 1.316.000. De rechtbank oordeelt dat de referentiewoningen die zijn gebruikt voor de waardebepaling voldoende vergelijkbaar zijn met de woning van belanghebbende. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de woning en de referentiewoningen. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van achterstallig onderhoud dat de waarde zou drukken. De rechtbank komt tot de conclusie dat de waarde van de woning en de aanslag onroerendezaakbelastingen (OZB) niet te hoog zijn vastgesteld.
Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de beschikking en de aanslag voor het jaar 2024 in stand blijven. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten door middel van hoger beroep bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van de uitspraak.