Uitspraak
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
Ten aanzien van de kleding van de kinderen zijn partijen ter zitting nog nader overeengekomen dat de kinderen zèlf de kleding zullen inpakken die zij in de periode dat zij bij de man verblijven willen aantrekken en nodig hebben. Die kleding gaat vervolgens ook weer mee terug met de kinderen als zij naar de vrouw gaan en de kinderen zullen die kleding zelf tussen partijen wisselen door deze met hen mee naar school te nemen.
In zijn algemeenheid hecht de rechtbank er verder aan om in dit verband op te merken dat indien de man een verplichting aangaat ten behoeve van de kinderen zonder dat de vrouw hiermee instemt, hij er niet zonder meer vanuit kan gaan dat de betreffende kosten als verblijfsoverstijgend door de vrouw aan hem dienen te worden vergoed. Anderzijds is het ook niet enkel aan de vrouw om hierover te beslissen. Op de zitting is dit ook met partijen besproken. Bekeken is hoe partijen hun communicatie daarover kunnen bevorderen, maar het is partijen niet gelukt om daarover tot overeenstemming te komen.
De man betwist dat partijen een dergelijke afspraak hebben gemaakt. In mediation zijn partijen uiteindelijk niet tot definitieve afspraken gekomen. Omdat hij de kosten van de door vrouw aangeschafte nieuwe fiets onnodig hoog vond en [minderjarige 1] geen fiets had bij hem thuis, heeft hij ervoor moeten kiezen zelf een andere fiets voor [minderjarige 1] te kopen. De kosten met betrekking tot deze tweedehands fiets wil hij van de vrouw terug.
de vordering met de genoemde onderwerpen zoals door hem opgesteld, verblijfsoverstijgende kosten zijn die door de vrouw moeten worden voldaan’. De rechtbank is van oordeel dat de aldus verzochte verklaring voor recht onvoldoende bepaald is.
Gelet op het systeem van de wet en de aanbevelingen van de Expertgroep Alimentatie dient de vraag of eventuele bijzondere (ziekte)kosten worden gemaakt, in feite te worden gevoerd in het kader van de vaststelling van de kinderalimentatie en meer specifiek in het kader van de vaststelling van de hoogte van de kosten van verzorging en opvoeding (met andere woorden: de behoefte aan kinderalimentatie).
5.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.