Uitspraak
1.De procedure
2.Het standpunt van de officier van justitie
3.Het standpunt van de verdediging
4.Het oordeel van de rechtbank
(zie onder meer ECLI:NL:GHSHE:2024:3392). De rechtbank neemt hierbij voorts in aanmerking dat ook vóór 1 juli 2011, indien aannemelijk was dat het (vóór 1 juli 2011 begane) grondfeit of andere strafbare feiten er op enigerlei wijze toe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen, dit voordeel kon worden ontnomen. Betrokkene moest daar ook voor de wetswijziging rekening mee houden. Wat er sindsdien is veranderd is dat niet langer een voorafgaand strafrechtelijk financieel onderzoek is vereist en dat een bewijsvermoeden is geïntroduceerd. In dit geval is overigens ook aan de destijds, vóór 1 juli 2011, geldende voorwaarde dat een strafrechtelijk financieel onderzoek moest zijn ingesteld voldaan. Het verweer van de verdediging vindt geen steun in het recht.
5.De wettelijke voorschriften
6.De beslissing
€ 1.361.116 (één miljoen driehonderdéénenzestigduizend honderdzestien euro).
€ 1.361.116 (één miljoen driehonderdéénenzestigduizend honderdzestien euro), ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
1080 (duizendtachtig) dagen.