ECLI:NL:RBZWB:2025:6792
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bestreden besluit UWV over hoogte voorschot WIA-uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 oktober 2025, wordt het beroep van eiseres B.V. tegen het besluit van het UWV van 20 maart 2025 behandeld. Dit besluit verklaarde het bezwaar van eiseres tegen de hoogte van het voorschot op de WIA-uitkering ongegrond. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 385,- niet tijdig is betaald. De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden voldaan om ontvankelijk te zijn. Eiseres heeft geen verontschuldiging gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, ondanks dat zij meerdere keren in de gelegenheid is gesteld om dit te doen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangetekende brief met de betalingsverplichting ongeopend is teruggestuurd, en dat de nota opnieuw per gewone post is verzonden met een laatste termijn voor betaling. Aangezien eiseres geen goede reden heeft gegeven voor het verzuim, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.