ECLI:NL:RBZWB:2025:6795
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet-gemeld bezit in het buitenland
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 september 2025 uitspraak gedaan over de intrekking en terugvordering van de bijstandsuitkering van eiseres, die niet had gemeld dat zij in het buitenland beschikte over een bankrekening en een appartement. Het primaire besluit van het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren, dat de bijstandsuitkering met terugwerkende kracht introk en een bedrag van € 97.452,81 terugvorderde, werd door eiseres bestreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in 2024 beschikte over een bankrekening en sinds 2018 een appartement in het buitenland, maar deze informatie niet had doorgegeven aan Orionis, wat een schending van de inlichtingenplicht inhoudt. Eiseres had geen voldoende bewijsstukken overgelegd om haar recht op bijstand te onderbouwen, waardoor de rechtbank oordeelde dat de intrekking en terugvordering terecht waren. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat er voor haar geen wijziging in de situatie kwam en dat zij geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter M. Breeman, in aanwezigheid van griffier A.M.H. Meulensteen.