ECLI:NL:RBZWB:2025:6798

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 oktober 2025
Publicatiedatum
8 oktober 2025
Zaaknummer
BRE 25-3170
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

Op 13 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Dienst Toeslagen. De eiser had beroep ingesteld omdat hij van mening was dat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaar tegen de definitieve beschikking beoordeling kinderopvangtoeslag over de jaren 2018 en 2019. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet was betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het instellen van beroep. In deze zaak bedroeg het griffierecht € 53,-. De griffier had de eiser per aangetekende brief op 1 juli 2025 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen. De eiser heeft echter nagelaten om het griffierecht tijdig te betalen en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen goede reden was voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft geen inhoudelijke beoordeling van het beroep gedaan en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 25/3170

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 oktober 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en

Dienst Toeslagen.

Inleiding

In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep dat eiser heeft ingesteld, omdat Dienst Toeslagen volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn bezwaar gericht tegen de definitieve beschikking beoordeling kinderopvangtoeslag over de jaren 2018 en 2019.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 53,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiser het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 1 juli 2025 eiser in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen twee weken na dagtekening van die brief.
5. Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van G.A. Klop, griffier, op 13 oktober 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.