ECLI:NL:RBZWB:2025:6798
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 13 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Dienst Toeslagen. De eiser had beroep ingesteld omdat hij van mening was dat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaar tegen de definitieve beschikking beoordeling kinderopvangtoeslag over de jaren 2018 en 2019. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet was betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het instellen van beroep. In deze zaak bedroeg het griffierecht € 53,-. De griffier had de eiser per aangetekende brief op 1 juli 2025 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen. De eiser heeft echter nagelaten om het griffierecht tijdig te betalen en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen goede reden was voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft geen inhoudelijke beoordeling van het beroep gedaan en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.