ECLI:NL:RBZWB:2025:6823
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoek om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet open overheid
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen, omdat zij van mening is dat het college niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om openbaarmaking van informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). Eiseres heeft op 1 maart 2024 een verzoek ingediend, maar het college heeft dit verzoek op 25 april 2024 afgewezen, omdat niet was voldaan aan een eerder verzoek tot precisering. Eiseres heeft ter zitting verklaard dat zij mondeling bezwaar heeft gemaakt, maar de rechtbank heeft haar uitgelegd dat dit niet mogelijk is volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat eiseres geen geldig bezwaar heeft gemaakt, waardoor het besluit van 25 april 2024 in rechte vaststaat.
Eiseres heeft op 1 mei 2024 een brief gestuurd naar het college, waarin zij om verduidelijking vroeg over de opgevraagde persoonsgegevens. De rechtbank oordeelt dat dit een nieuw verzoek is dat het college had moeten behandelen, maar dat het college dit heeft nagelaten. De beslistermijn voor een Woo-verzoek bedraagt vier weken, en het college had uiterlijk op 29 mei 2024 moeten beslissen. Eiseres heeft het college op 26 mei 2024 in gebreke gesteld, maar de rechtbank stelt vast dat de ingebrekestelling niet te vroeg is ingediend.
Eiseres heeft op 11 juni 2024 een beroepschrift ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat dit beroep niet tijdig is ingediend, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De rechtbank wijst erop dat het college nog steeds een beslissing moet nemen op het nieuwe Woo-verzoek van eiseres van 1 mei 2024. De uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, rechter, en openbaar gemaakt op 9 oktober 2025.