ECLI:NL:RBZWB:2025:6855

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
10 oktober 2025
Zaaknummer
02-800101-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 10 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1980, die momenteel verblijft bij een tbs-instelling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De betrokkene is eerder veroordeeld voor een poging tot doodslag en zijn tbs is op 28 september 2015 aangevangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, ondanks positieve ontwikkelingen in zijn behandeling, nog steeds een hoog recidiverisico vertoont. De tbs-instelling heeft geadviseerd tot verlenging van de tbs, gezien de psychiatrische kwetsbaarheid van de betrokkene en het beperkte ziektebesef. Tijdens de zitting is de betrokkene gehoord, evenals zijn raadsvrouw en een deskundige. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verlenging van de tbs met twee jaar noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen en om de betrokkene de tijd te geven om verder te werken aan zijn behandeling en resocialisatie. De rechtbank heeft het advies van de tbs-instelling gevolgd en benadrukt dat de verlenging niet in de weg hoeft te staan aan een spoedige aanmelding voor beschermd wonen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800101-15
beslissing van de meervoudige kamer van 10 oktober 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats],
verblijvende bij [de tbs-instelling]
.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 7 augustus 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene over de periode van 15 juni 2023 tot en met 19 maart 2025;
- het verlengingsadvies van [de tbs-instelling] (hierna: de tbs-instelling) van 25 juli 2025.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 10 augustus 2015 is betrokkene voor een poging tot doodslag veroordeeld tot 184 dagen gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 28 september 2015 aangevangen. Bij beslissing van 26 september 2023 is de tbs laatstelijk verlengd met twee jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 26 september 2025 is de officier van justitie mr. I.M. Peters gehoord. Daarnaast is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.G.J.E. Lut, advocaat te Eindhoven. Als deskundige is [de GZ-psycholoog] gehoord, werkzaam als GZ-psycholoog bij de tbs-instelling.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling adviseert tot verlenging van de tbs met twee jaar. Betrokkene functioneert op licht verstandelijk beperkt niveau en is gediagnosticeerd met schizofrenie en verslavingsproblematiek in remissie. Vanaf 9 september 2020 verblijft hij op [locatie] van de tbs-instelling. In eerste instantie verbleef betrokkene op een woongroep. Wegens positief verloop verhuisde hij begin oktober 2022 naar een transmurale sociowoning met 24-uursbegeleiding. Ook hier functioneerde hij naar behoren, waardoor hij sinds november 2023 verblijft in een zogeheten sociowoning met 10-uursbegeleiding. Betrokkene laat over het algemeen een psychiatrisch stabiel beeld zien en zet zich gemotiveerd in voor zijn behandeling: hij volgt zijn dagprogramma, is medicatietrouw, werkt mee aan controles en blijft abstinent van middelen. Recent is toestemming verleend voor uitbreiding van zijn verlofmogelijkheden, in het bijzonder onbegeleid verlof naar een deel van zijn netwerk. Ondanks de voorzichtig positieve ontwikkeling wordt niet verwacht dat er binnen één jaar verantwoord toegewerkt kan worden naar een voorwaardelijke beëindiging van de tbs of dat een ander kader dan de tbs is aangewezen. Het probleembesef en -inzicht van betrokkene blijft beperkt, ondanks jarenlange behandeling. Hierdoor heeft hij een onrealistisch beeld van zijn eigen kunnen en de neiging tot zelfoverschatting. Zijn toestandsbeeld is grotendeels gestabiliseerd door het gebruik van medicatie. Hij blijft echter, mede vanuit zijn verstandelijke beperking, achterdochtig van aard en kan impulsief reageren, met name in situaties die hij niet begrijpt of niet kan overzien. Gelet op zijn psychiatrische kwetsbaarheid en beperkte ziektebesef en draagkracht is de verwachting dat hij langdurig behoefte heeft aan (gedwongen) zorg, toezicht en extern georganiseerd risicomanagement om het recidiverisico voldoende te beteugelen. Bij het (acuut) wegvallen van de intensieve ondersteuning en het toezicht binnen het huidige tbs-kader verwacht de tbs-instelling dat betrokkene zichzelf zal overschatten en overvragen, dat hij zijn anti-psychotische medicatie niet zal innemen vanwege ontbrekend ziektebesef en dat hij terug zal vallen in oude patronen. Hierdoor neemt het risico op agressie toe en wordt het risico op terugval in gewelddadig gedrag als hoog ingeschat. De tbs-instelling concludeert dat het behandeltraject, uitbreiding van vrijheden en de uiteindelijke overgang naar een vervolginstelling zeer stapsgewijs dient te verlopen, aangezien betrokkene beperkt belastbaar is en veranderingen kunnen leiden tot spanningen. De tbs-instelling acht daarom een verlenging van de tbs met twee jaar aangewezen.
Ter zitting heeft de deskundige [GZ-psycholoog] daaraan nog het volgende toegevoegd. Betrokkene heeft sinds de tbs-verlenging in 2023 zeker stappen vooruit gezet, met name op het gebied van emotieregulatie. Hij is een prettig persoon op de woongroep, voert zijn taken goed uit en zijn plafond is nog niet bereikt. De onbegeleide verloven naar het netwerk zijn pas kortgeleden gestart en verlopen naar wens. Ook komt uit die verloven nuttige informatie voort die gebruikt kan worden bij het bepalen van het vervolgtraject. Geheel zelfstandig wonen is voor betrokkene niet haalbaar, aanzien hij altijd afhankelijk zal blijven van hulp en begeleiding. Beschermd wonen is nog steeds de koers die wordt aangehouden. Het is echter niet realistisch om ervan uit te gaan dat betrokkene over één jaar al kan uitstromen naar beschermd wonen, gelet op het tempo waarin hij stappen zet. Bovendien zijn er lange wachttijden voor beschermd wonen. Aanmelding van betrokkene voor beschermd wonen gaat in de loop van komend jaar gebeuren, maar daarvoor is eerst informatie nodig die voortkomt uit de verlofbezoeken aan zijn netwerk. Op basis van die informatie kan bepaald worden wat voor hem een geschikte woonplaats is.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging verzet zich tegen toewijzing van de vordering en bepleit verlenging van de tbs met slechts één jaar. Betrokkene heeft sinds de vorige tbs-verlenging grote stappen gezet en wil vooruit. Er is weliswaar een aantal factoren waarbij nauwkeurige afstemming met betrokkene nodig zal blijven en dit geldt ook voor het beoogde traject richting beschermd wonen. Dit traject hoeft echter geen twee jaar te duren. Er ligt al best veel informatie over het netwerk van betrokkene, op basis waarvan een voor hem geschikte woonplaats bepaald kan worden. Het aanmelden van betrokkene voor beschermd wonen kan dus snel gebeuren. Op die manier komt de vaart er voor betrokkene in, komt er op korte termijn een plek voor een andere terbeschikkinggestelde vrij in de tbs-instelling en wordt bijgedragen aan het verhelpen van ‘de verstopte tbs-keten’.
Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij een verlenging van de tbs met twee jaar te lang vindt. Inmiddels is hij 45 jaar oud, zit hij al tien jaar vast en heeft hij zijn straf gehad. Hij doet in de tbs-instelling altijd zijn best, blijft stappen vooruit zetten, heeft nooit een terugval gehad, onderhoudt prettig contact met zijn familie en ook zijn verloven verlopen goed. Daarom is hij van mening dat hij over één jaar toe is aan een vervolgstap buiten de tbs-instelling.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de inhoud van het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De vraag is vervolgens of de tbs met één of twee jaar moet worden verlengd. Uitgangspunt daarbij is dat de tbs verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van betrokkene in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de tbs met een termijn van één jaar.
Uit het advies van de tbs-instelling volgt dat betrokkene sinds de vorige tbs-verlenging zeker stappen vooruit heeft gezet. Hij zet zich in voor zijn behandeling, is ontvankelijk voor hulp en begeleiding, is prettig in de omgang en ook de verloven naar zijn netwerk verlopen goed. Dit merkt de tbs-instelling – en ook de rechtbank – aan als positief. Uitstroom naar beschermd wonen is het doel en ook in beeld, maar zal volgens de tbs-instelling zeker meer tijd in beslag nemen dan één jaar. Deskundige [GZ-psycholoog] heeft dit ter zitting deugdelijk onderbouwd door te wijzen op het tempo waarin betrokkene in het huidige tbs-kader stappen zet in zijn behandeling en resocialisatie. Ook heeft de deskundige gewezen op de recente uitbreiding van de verlofmogelijkheden van betrokkene, de informatie die daaruit nog moet worden vergaard voordat betrokkene kan worden aangemeld voor beschermd wonen en op de lange wachttijden na die aanmelding. Dit in samenhang bezien, acht de deskundige een uitstroom van betrokkene naar beschermd wonen binnen één jaar niet realistisch en dus een (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs op die termijn evenmin.
De rechtbank zal het advies van de tbs-instelling volgen en de tbs van betrokkene met twee jaar verlengen. In die periode kan er samen met betrokkene stapsgewijs toegewerkt worden naar beschermd wonen en kan hij hiervoor aangemeld worden. Benadrukt wordt dat verlenging met twee jaren niet aan een spoedige aanmelding in de weg hoeft te staan.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.L.J. Martens, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en mr. P.K.J. van der Wal, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.A. Lemmens en is uitgesproken ter openbare zitting op 10 oktober 2025.