ECLI:NL:RBZWB:2025:6875
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en verzoek om proceskostenvergoeding
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 8 oktober 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Bergen op Zoom beoordeeld. De heffingsambtenaar had een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende, die op 9 augustus 2023 een auto had geparkeerd zonder parkeerbelasting te voldoen. De naheffingsaanslag van € 70,05 werd later door de heffingsambtenaar vernietigd, maar het verzoek van belanghebbende om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar niet voldoende tijd heeft gegund voor het voldoen van de parkeerbelasting, wat leidt tot een onrechtmatigheid. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is en dat de heffingsambtenaar de proceskosten van belanghebbende moet vergoeden, evenals het griffierecht. De totale vergoeding bedraagt € 1.230,50. De rechtbank betreurt de lange duur van de procedure, die meer dan 24 maanden heeft geduurd, maar oordeelt dat de overschrijding minder dan 12 maanden betreft, waardoor er geen financiële compensatie wordt toegekend.