ECLI:NL:RBZWB:2025:6883
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen door de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 oktober 2025, wordt het beroep van belanghebbende B.V. tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 4.991 opgelegd voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm), welke door belanghebbende als onterecht werd betwist. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van belanghebbende, die onder andere betoogt dat de historische nieuwprijs van de auto te laag is vastgesteld. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, waarbij zij de argumenten van belanghebbende en de inspecteur tegen elkaar afweegt. Belanghebbende heeft niet kunnen onderbouwen dat de auto meer schade had dan door de inspecteur is vastgesteld, en de rechtbank oordeelt dat de bewijslast bij belanghebbende ligt. Uiteindelijk wordt het beroep ongegrond verklaard, en krijgt belanghebbende geen griffierecht of proceskosten vergoed.