ECLI:NL:RBZWB:2025:6887
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) door de rechtbank
Op 9 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over een naheffingsaanslag Bpm. De rechtbank beoordeelt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 26 mei 2023, waarbij een naheffingsaanslag van € 270 was opgelegd. De inspecteur had het bezwaar van de belanghebbende gegrond verklaard, maar de naheffingsaanslag gehandhaafd op basis van interne compensatie. Tijdens de zitting op 28 augustus 2025 zijn de gemachtigde van de belanghebbende en twee inspecteurs aanwezig geweest.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende een gebruikte Opel Crossland X 1.2 uit het buitenland heeft ingeschreven in het Nederlandse kentekenregister. De inspecteur baseerde de naheffingsaanslag op een CO2-uitstoot van 149 gr/km, terwijl de belanghebbende een lagere uitstoot van 117 gr/km aanvoerde, ondersteund door een taxatierapport. De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet voldoende heeft aangetoond dat de auto ten tijde van de aangifte de gestelde schade had en dat er geen gerede twijfel is aan de kilometerstand.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat de naheffingsaanslag terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.