ECLI:NL:RBZWB:2025:6901

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 oktober 2025
Publicatiedatum
13 oktober 2025
Zaaknummer
02-007423-22; 02-202765-20 (gevoegd ter terechtzitting)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake drugshandel en elektriciteitsdiefstal met betrekking tot hennepkwekerijen

Op 13 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het handelen in blokken cocaïne en het telen en voorhanden hebben van hennepkwekerijen. De verdachte, geboren in 1985, werd bijgestaan door raadsman mr. C.C. Polat. De zaak werd eerder door de politierechter verwezen naar de meervoudige kamer en op 9 september 2025 inhoudelijk behandeld. De tenlastelegging omvatte onder andere het verhandelen van cocaïne, het telen van hennepplanten, diefstal van elektriciteit en witwassen van geld. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de feiten en legde een gevangenisstraf van 42 maanden op, rekening houdend met de schending van de redelijke termijn van berechting. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij Enexis voor materiële schade van € 5.143,09. De rechtbank oordeelde dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk was voor de schade en dat de in beslag genomen valse identiteitsbewijzen en rijbewijzen onttrokken moesten worden aan het verkeer. De uitspraak benadrukte de maatschappelijke schade die voortvloeit uit drugshandel en de gevolgen van illegale elektriciteitsdiefstal.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummers: 02-007423-22; 02-202765-20 (gevoegd ter terechtzitting)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 oktober 2025
in de strafzaak tegen verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1985 te [geboorteplaats] ( [land] ),
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[woonadres] ,
raadsman mr. C.C. Polat, advocaat te Breukelen.

1.Onderzoek van de zaak

De politierechter in deze rechtbank heeft op 13 mei 2022 de zaak onder parketnummer 02-202765-20 verwezen naar de meervoudige kamer en heeft de zaken gevoegd. De zaken zijn inhoudelijk behandeld op de zitting van 9 september 2025, waarbij de officier van justitie, mr. H.G. Klootwijk, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is gesloten op 13 oktober 2025.

2.De tenlastelegging

De tenlasteleggingen zijn als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenkingen komen er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte meerdere blokken cocaïne heeft verhandeld, 918 hennepplanten heeft geteeld, een hoeveelheid elektriciteit heeft weggenomen, € 95.000,- heeft witgewassen en een vals reisdocument en vals identiteitsbewijs voorhanden heeft gehad (parketnummer 02-007423-22) en dat verdachte 226 hennepplanten heeft geteeld en een hoeveelheid elektriciteit heeft weggenomen (parketnummer 02-202765-20).

3.De voorvragen

De dagvaardingen zijn geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat alle tenlastegelegde feiten kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de onder parketnummer 02-202765-20 onder 2 tenlastegelegde diefstal van elektriciteit niet kan worden bewezen. Voor het overige heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Opgave bewijsmiddelen
Aangezien verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en geen vrijspraak is bepleit, wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
De rechtbank acht de onder parketnummer 02-007423-22 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
  • De verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzitting van 9 september 2025;
  • Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 128 t/m 165 van zaaksdossier Zanhotel met dossiernummer PL2000-2021303827 van de regionale politie Zeeland-West-Brabant;
  • Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van de regionale politie Noord Nederland, District Fryslan, pagina’s 247 t/m 321 van zaaksdossier Zanhotel met dossiernummer PL2000-2021303827 van de regionale politie Zeeland-West-Brabant;
  • Het proces-verbaal van documentonderzoek, pagina’s 465 t/m 475 van zaaksdossier Zanhotel met dossiernummer PL2000-2021303827 van de regionale politie Zeeland-West-Brabant.
De rechtbank acht de onder parketnummer 02-202765-20 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
  • De verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzitting van 9 september 2025;
  • Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, pagina’s 4 t/m 11 van het proces-verbaal met dossiernummer PL2000-2020176936 van de regionale politie Zeeland-West-Brabant;
  • Het proces-verbaal van aangifte, pagina’s 14 t/m 43 van het proces-verbaal met dossiernummer PL2000-2020176936 van de regionale politie Zeeland-West-Brabant.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Parketnummer 02-007423-22, feit 4 (witwassen)
Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij het geldbedrag van € 95.000,- in Nieuw Vennep heeft opgehaald en dat hij dit vervolgens in Antwerpen aan een ander heeft afgeleverd. Daarvoor zou hij een commissie van 5% hebben gekregen. De rechtbank acht de verklaring van verdachte op dit punt ongeloofwaardig. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij in die periode handelde in soft- en harddrugs. Uit de chatberichten in het dossier blijkt niet dat het geld voor een ander dan verdachte zou zijn. Evenmin volgt daaruit dat verdachte het geld ergens anders moest afleveren en daar commissie voor zou krijgen. Ook anderszins zijn geen omstandigheden aannemelijk geworden die het door verdachte geschetste scenario onderbouwen. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat verdachte het geld met zijn eigen drugshandel heeft verdiend en het voor zichzelf heeft opgehaald. Dit resulteert in een bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde eenvoudig witwassen.
Parketnummer 02-202765-20, feit 2 (elektriciteitsdiefstal)
Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij samen met een ander met een hennepkwekerij is begonnen in zijn woning. Hij heeft geholpen met het opbouwen van de kwekerij. Hij heeft daartoe onder meer spullen naar binnen gebracht, de kwekerij ingericht en de lampen opgehangen. Het aanleggen van de elektrische installatie heeft verdachte niet zelf gedaan, maar hij wist er wel van. De verdediging heeft betoogd dat, naast het ter beschikking stellen van de woning en de zich daarin bevindende meterkast, de enkele wetenschap van het buiten de meter om afnemen van elektriciteit onvoldoende is om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank ziet dat anders. Nu verdachte zijn huis en meterkast ter beschikking heeft gesteld voor het buiten de meter om afnemen - en dus stelen - van elektriciteit heeft hij opzettelijk gelegenheid verschaft voor het plegen van deze diefstal. De rechtbank acht het subsidiair tenlastegelegde feit dan ook wel degelijk bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
onder parketnummer 02-007423-22
1
in de periode
van2 juni 2020 tot en met 16 januari 2021 in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen meermalen telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (een) blok(ken) cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
in de periode
van22 februari 2020 tot en met 14 juli 2020 te [plaats] , gemeente Noardeast-Fryslân, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft geteeld in een pand gelegen op het [adres 1] [plaats] 918 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3
in de periode van 22 februari 2020 tot en met 14 juli 2020 te [plaats] , gemeente Noardeast-Fryslân, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, toebehorende aan Liander, waarbij verdachte
hetweg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking door zegels van de hoofdaansluitkast te verbreken en een illegale elektriciteitsaansluiting te maken en door de hoofdbeveiliging te verzwaren;
4 subsidiair
in de periode
van12 augustus 2020 tot en met 13 augustus 2020 in Nederland een geldbedrag van € 95.000 heeft verworven en voorhanden heeft gehad dat onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
5
in de periode
van9 mei 2020 tot en met 22 februari 2022 te Steenbergen,
eenreisdocument en
eenidentiteitsbewij
sals bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten:
- een rijbewijs van Letland (voorzien van [nummer 1] ), op naam gesteld van [naam] en
- een identiteitsbewijs van Letland (voorzien van [nummer 2] ), op naam gesteld van [naam]
waarvan hij, verdachte, wist dat deze vals waren, voorhanden heeft gehad;
onder parketnummer 02-202765-20
1. primair
op 4 februari 2020 te Bergen op Zoom opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan de [adres 2] , 226 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2 subsidiair
een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en) in de periode van 1 november 2019 tot en met 4 februari 2020 te Bergen op Zoom elektriciteit,
dietoebehoorde aan Enexis Netbeheer B.V. heeft
/hebbenweggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 1 november 2019 tot en met 4 februari 2020 te Bergen op Zoom opzettelijk gelegenheid heeft verschaft, door zijn woning en de zich daarin bevindende meterkast ter beschikking te stellen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden en een geldboete van € 40.000,-.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht een gevangenisstraf gelijk aan voorarrest en een taakstraf op te leggen, al dan niet aangevuld met een geldboete of een voorwaardelijke gevangenisstraf, dan wel de geëiste gevangenisstraf te matigen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich onder meer schuldig gemaakt aan het handelen in blokken cocaïne en het telen en voorhanden hebben van hennepkwekerijen. Zowel de handel in cocaïne als het op grote schaal kweken van hennep is een strafbaar feit dat overlast veroorzaakt en schade voor de maatschappij oplevert. Drugs zijn stoffen die bij gebruik kunnen leiden tot schade voor de gezondheid. Verder levert een hennepkwekerij, waarbij op illegale wijze elektriciteit wordt onttrokken aan het net en de elektrische installatie ondeskundig is aangelegd, (brand)gevaar op voor de omgeving. Verdachte heeft zich kennelijk om al deze gevolgen niet bekommerd en heeft slechts gehandeld uit winstbejag. Vanuit datzelfde winstbejag heeft hij ook geld dat hij op illegale wijze heeft verkregen witgewassen. Daarnaast heeft verdachte een vals rijbewijs en vals identiteitsbewijs voorhanden gehad. Valse reisdocumenten dienen er over het algemeen toe aan diegenen die niet op een legale manier een reisdocument kunnen verkrijgen, toch toegang of verblijf te verschaffen tot Nederland en/of andere Schengenlanden. Het gebruik van valse reisdocumenten draagt bij tot het in stand houden van een illegaal circuit waardoor het maatschappelijk verkeer wordt of kan worden gefrustreerd en gecorrumpeerd. Tevens maakt dit een ernstige inbreuk op het vertrouwen dat in de juistheid van reisdocumenten behoort te kunnen worden gesteld en verhindert dit dat deugdelijk kan worden vastgesteld of de gebruiker van een dergelijk document een gevaar voor de openbare orde oplevert en of hem om die reden niet de toegang tot het land moet worden geweigerd.
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van verdachte van 6 september 2025, waaruit blijkt dat hij recentelijk niet is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Wel is hij zowel in België als in Nederland in een verder verleden in aanraking geweest met politie en justitie voor Opiumwetfeiten.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank in positieve zin rekening met de proceshouding van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van 46 maanden passend en geboden is. De rechtbank ziet, anders dan door de officier van justitie is geëist, geen reden om daarnaast ook een geldboete op te leggen.
Op grond van artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (HGEU) en artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) dient verdachte binnen een redelijke termijn te worden berecht. De redelijke termijn is in dit geval onder parketnummer 02-007423-22 gestart op 22 februari 2022, omdat verdachte toen in verzekering is gesteld en onder parketnummer 02-202765-20 op 7 februari 2020, de dag dat verdachte door de politie is gehoord als verdachte. Tot aan dit vonnis is een periode van ruim drieënhalf jaar, respectievelijk ruim vijf en een half jaar verstreken. Omdat in deze zaken geen sprake is van bijzondere omstandigheden, is de redelijke termijn waarbinnen berechting had dienen plaats te vinden twee jaar. Dat betekent dat de redelijke termijn met anderhalf jaar, respectievelijk drieënhalf jaar is geschonden. Daarom zal als compensatie in plaats van een gevangenisstraf van 46 maanden een gevangenisstraf van 42 maanden worden opgelegd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

7.De benadeelde partij

Enexis heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van het onder parketnummer 02-202765-20 onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 5.143,09 aan materiële schade.
Beoordeling
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen is dat verdachte dit feit (als medeplichtige) heeft gepleegd. Dat betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden. De gevorderde schadevergoeding is voldoende onderbouwd en komt de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegekend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Enexis een deugdelijk rapport opgesteld waaruit de geleden schade volgt. De rechtbank gaat bij het toekennen van de schade uit van twee hennepoogsten, onder meer gelet op de aangetroffen plantenresten, gedroogde henneptoppen en vervuiling.
Nu verdachte het strafbare feit samen met een of meer mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partij betalen is verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel. Verder zal over het toegekende bedrag de wettelijke rente worden toegewezen met ingang van de dag waarop de schade is ontstaan, te weten 4 februari 2020.

8.Het beslag

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de inbeslaggenomen iPhones terug te geven aan verdachte en de inbeslaggenomen Google Pixeltelefoons, het valse identiteitsbewijs en het valse rijbewijs te onttrekken aan het verkeer.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht alle telefoons terug te geven aan verdachte.
Beoordeling
Het inbeslaggenomen valse identiteitsbewijs en valse rijbewijs zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het bezit daarvan is in strijd met de wet en het bewezen feit is met betrekking tot deze voorwerpen begaan.
Daarnaast zullen ook de Google Pixeltelefoons worden onttrokken aan het verkeer. Uit onderzoek is gebleken dat op de telefoons een ander besturingssysteem is geïnstalleerd dan waarmee ze van oorsprong zijn afgeleverd door de fabrikant, te weten GrapheneOS. Dit is een open-source, privacy- en beveiligingsgericht besturingssysteem dat op Pixel-apparaten kan worden geïnstalleerd door de originele software van Google te vervangen en biedt een hogere mate van beveiliging. Dat betekent dat verdachte een aparte handeling heeft moeten uitvoeren om dit besturingssysteem op de toestellen te installeren. De rechtbank acht daarom aannemelijk dat (een deel van) de bewezenverklaarde feiten zijn begaan met behulp van de inbeslaggenomen telefoons.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen iPhones zal een last worden gegeven tot teruggave aan verdachte.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36b, 36c, 36d, 36f, 47, 48, 49, 57, 231, 311 en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • spreekt verdachte vrij van de onder parketnummer 02-007423-22 feit 4 primair en onder parketnummer 02-202765-20 feit 2 primair tenlastegelegde feiten;
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
onder parketnummer 02-007423-22
feit 1:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de
Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de
Opiumwet gegeven verbod;
feit 3:diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van verbreking;
feit 4:eenvoudig witwassen;
feit 5:een reisdocument en identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de
identificatieplicht voorhanden hebben, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet
vermoeden, dat het vals of vervalst is;
onder parketnummer 02-202765-20
feit 1:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de
Opiumwet gegeven verbod;
feit 2:medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder
zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte hoofdelijk met diens mededader(s), des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan de benadeelde partij Enexis, van
€ 5.143,09, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van Enexis te betalen
€ 5.143,09(hoofdsom), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2020 tot aan de dag van volledige betaling;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij niet betaling
60 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Beslag
  • verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 1 stk gsm Google Pixel, zwart;
  • 1 stk gsm Google Pixel, lichtblauw;
  • 1 stk gsm Google Pixel, lichtblauw;
  • 1 stk identiteitsbewijs;
  • 1 stk rijbewijs;
  • gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 1 stk, gsm Apple, wit;
  • 1 stk, gsm Apple, rose.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.M. Wijffels, voorzitter,
en mrs. G.M.J. Kok en C.E.M. Marsé, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 oktober 2025.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlasteleggingen
Aan verdachte wordt onder parketnummer 02-007423-22 ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode
2 juni 2020 tot en met 16 januari 2021te Rotterdam, Oudenbosch en/of Steenbergen, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (een) blok(ken)
cocaïne, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode
22 februari 2020 tot en met 14 juli 2020te [plaats] , gemeente Noardeast-Fryslân, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand gelegen op het [adres 1] [plaats] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer
918 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
3
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
22 februari 2020 tot en met 14 juli 2020te [plaats] , gemeente Noardeast-Fryslân, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid
stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door zegels van de hoofdaansluitkast te verbreken en/of een illegale elektriciteitsaansluiting te maken en/of door de hoofdbeveiliging te verzwaren);
4
hij in of omstreeks de periode
12 augustus 2020 tot en met 13 augustus 2020, te Amsterdam en/of Nieuw Vennep, althans in Nederland, één of twee maal een geldbedrag ter hoogte van
€ 95.000heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist dat dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
subsidiair:
hij in of omstreeks de periode 12 augustus 2020 tot en met 13 augustus 2020, te Amsterdam en/of Nieuw Vennep, althans in Nederland, één of twee maal een geldbedrag ter hoogte van € 95.000 heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad dat/die onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig eigen misdrijf;
5
hij in of omstreeks de periode
9 mei 2020 tot en met 22 februari 2022te Steenbergen, althans in Nederland, (meerdere)
reisdocument(en) en/of identiteitsbewijzenals bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten:
- een rijbewijs van Letland (voorzien van [nummer 1] ), op naam gesteld van [naam] en/of
- een identiteitsbewijs van Letland (voorzien van [nummer 2] ), op naam gesteld van [naam]
waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst waren, voorhanden heeft gehad.
Aan verdachte wordt onder parketnummer 02-202765-20 ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 4 februari 2020 te Bergen op Zoom, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 226 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair:
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 4 februari 2020 te Bergen op Zoom met elkaar, althans één van hen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan de [adres 2] een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 226 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in de periode van (ongeveer) 1 november 2019 tot en met 4 februari 2020 te Bergen op Zoom, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2
hij op of omstreeks 4 februari 2020 te Bergen op Zoom, een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Enexis Netbeheer B.V., heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair:
een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en) op in de periode van 1 november 2019 tot en met omstreeks 4 februari 2020 te Bergen op Zoom elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of verdachte toebehoorde, te weten aan Enexis Netbeheer B.V. heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van (ongeveer) 1 november 2019 tot en met omstreeks 4 februari 2020 te Bergen op Zoom opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door zijn woning en/of de zich daarin bevindende meterkast ter beschikking te stellen.