Op 14 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 13 februari 2024 in Etten-Leur een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, geboren in 1969 en woonachtig in Breda, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. K.C.A.M. Oomen. Tijdens de zitting op 30 september 2025 heeft de officier van justitie, mr. L. van Hemert, de beschuldigingen uiteengezet. De verdachte werd verweten dat hij een verkeersongeval had veroorzaakt waarbij een fietser, [slachtoffer 1], om het leven kwam en een andere fietser, [slachtoffer 2], zwaar lichamelijk letsel opliep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de Lokkerdreef niet de voorrang heeft verleend aan de op de Pauvreweg rijdende fietsers, wat resulteerde in een aanrijding. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gehandeld, wat leidde tot de dodelijke afloop van het ongeval. De verdediging betwistte de schuld van de verdachte, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de tenlastelegging. De verdachte werd vrijgesproken van enkele andere beschuldigingen wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank legde een taakstraf van 160 uur op en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van 12 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994.