ECLI:NL:RBZWB:2025:6923

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 oktober 2025
Publicatiedatum
14 oktober 2025
Zaaknummer
02-800014-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terbeschikkingstelling en verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde met een hoog recidiverisico

Op 14 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1999, die gedetineerd is in een penitentiaire inrichting. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden gelast in een eerder vonnis van 6 maart 2019, ter zake van ernstige misdrijven zoals vernieling en zware mishandeling. De tbs is sindsdien meerdere keren verlengd, met de laatste verlenging op 26 maart 2025. De officier van justitie heeft op 30 september 2025 gevorderd dat de betrokkene van overheidswege wordt verpleegd, gezien zijn aanhoudende problemen met het naleven van de voorwaarden van de tbs. De reclassering heeft in een rapport van 8 september 2025 aangegeven dat de betrokkene niet meewerkt aan zijn behandeling en dat zijn recidiverisico hoog is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich niet aan meerdere voorwaarden heeft gehouden en dat er geen redenen zijn om de omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege achterwege te laten. De rechtbank heeft daarom besloten dat de betrokkene alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.

Uitspraak

Rechtbank ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800014-18
Beslissing van de meervoudige kamer van 14 oktober 2025 met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te [locatie],
raadsman: mr. A.R. Ytsma, advocaat te Amsterdam.
De terbeschikkinggestelde wordt hierna “betrokkene” genoemd.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 9 september 2025 die strekt tot het alsnog van overheidswege verplegen van betrokkene;
- het bevel tot voorlopige verpleging van de rechter-commissaris van 9 september 2025;
- het Advies aan opdrachtgever van de verslavingsreclassering Novadic-Kentron van
8 september 2025.

2.Procesverloop

Bij vonnis van deze rechtbank van 6 maart 2019 is de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden van betrokkene gelast. De tbs is gelast ter zake van vernieling, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, zware mishandeling en mishandeling.
De termijn van de tbs is aangevangen op 20 maart 2019 en is laatstelijk verlengd met één jaar bij beslissing van deze rechtbank van 26 maart 2025.
De vordering tot verpleging van overheidswege is op de openbare terechtzitting van
30 september 2025 behandeld. De officier van justitie mr. J. Verschuren is gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman.
Voorts is de deskundige [deskundige], reclasseringswerker, gehoord.

3.Adviezen

Advies reclassering
De verslavingsreclassering Novadic-Kentron heeft in het rapport van 8 september 2025 verslag gedaan van het verloop van de tbs. Door de houding van betrokkene zijn er meerdere incidenten geweest en officiële waarschuwingen gegeven. Betrokkene is geplaatst in diverse klinieken ([kliniek 1], [kliniek 2] en [kliniek 3]) en bij beschermde woonvormen, maar hij laat telkens hetzelfde gedrag zien. Hij is slecht begeleidbaar, toont (verbale) agressie en gaat in de weerstand als hij wordt aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheden. Betrokkene saboteert zijn eigen stabilisatie en resocialisatie en na zes jaar tbs is er nog weinig veranderd. Intrinsieke motivatie voor gedragsverandering lijkt niet bij hem aanwezig te zijn. Hij heeft op dit moment geen zinvolle daginvulling en het begeleid wonen bij het [woonbegeleiding] is op 8 september 2025 beëindigd. De eerder bij betrokkene gediagnosticeerde stoornissen zijn nog altijd aanwezig en het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. De reclassering acht het kader van de tbs met voorwaarden te vrijblijvend en ziet geen andere mogelijkheid dan omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege. Betrokkene heeft de meldplicht en de verplichting tot het meewerken aan ambulante behandeling, dagbesteding en begeleid wonen (meerdere keren) niet nageleefd.
Ter zitting heeft de deskundige het advies van de reclassering onderschreven en daaraan toegevoegd dat in het contact met betrokkene voelbaar is dat hij denkt toch geen verpleging van overheidswege te zullen krijgen. Betrokkene werkt onvoldoende mee aan behandeling en begeleiding, en door de uitzetting bij het [woonbegeleiding] valt nu ook de omgevingsprothese weg, waardoor het recidiverisico wordt vergroot en thans als hoog moet worden geduid.

4.Standpunt van partijen

4.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat betrokkene alsnog van overheidswege wordt verpleegd.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft afwijzing van de vordering bepleit. Zij vindt omzetting disproportioneel gezien het indexdelict en de geringe ernst van de schending van de voorwaarden. Daarnaast meent zij dat moet worden uitgegaan van een lagere risicotaxatie, zoals is vastgesteld in de pro-justitiarapportage van [psychiater] uit 2022.

5.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt vast dat aan de tbs momenteel als voorwaarden zijn gesteld dat betrokkene:
  • zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • meewerkt aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
o dat hij meewerkt aan huisbezoeken;
o dat hij zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
o dat hij een of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen;
o dat hij zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
o dat hij de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
o dat hij de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
o dat hij zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
o dat hij meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
  • als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
  • niet zonder toestemming van de reclassering naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat;
  • zich laat opnemen in een forensische, klinische zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Totdat die plaatsing mogelijk is, laat betrokkene zich eventueel ter overbrugging opnemen in een soortgelijke forensische, klinische zorginstelling. De opname start aansluitend op detentie. De opname duurt de gehele duur van de maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen en/of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt betrokkene mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
  • zich ambulant laat behandelen door een nader te bepalen forensische polikliniek of soortgelijke instelling. De behandeling start aansluitend op de klinische opname. De behandeling duurt de gehele maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
  • verblijft in een nader te indiceren instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang. Het verblijf start aansluitend op de klinische opname. Het verblijf duurt de gehele maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
  • geen harddrugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
  • zich op het gebied van softdrugsgebruik dient te houden aan de aanwijzingen en richtlijnen van de behandelaars van de kliniek en de reclassering, ook als dit inhoudt volledige abstinentie. De controle op naleving van deze voorwaarde zal ondersteund worden door middel van urineonderzoeken en/of blaastesten of anderszins. Betrokkene dient daaraan zijn volledige medewerking te verlenen;
  • geen alcohol gebruikt én meewerkt aan controle op dit alcoholverbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
  • op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met [naam 1]. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
  • op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met [naam 2], zolang de reclassering dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
  • zich gedurende de maatregel niet in Breda bevindt, zolang de reclassering dit verbod nodig vindt. Betrokkene werkt mee aan elektronische controle op dit locatieverbod;
  • meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan budgetbeheer, beschermingsbewind of schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Betrokkene geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
  • zich actief inzet om een passende dagbesteding te verkrijgen en behouden die door de reclassering is goedgekeurd.
Aan de reclassering is de opdracht gegeven betrokkene bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
De rechtbank constateert op basis van de inlichtingen van de reclassering dat betrokkene zich niet heeft gehouden aan vier van de voormelde voorwaarden. Verdachte heeft de meldplicht niet naar behoren nageleefd en heeft onvoldoende meegewerkt aan behandeling, dagbesteding en begeleid wonen. De rechtbank is van oordeel dat bij een schending van meerdere voorwaarden in beginsel een omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege is aangewezen, tenzij er redenen zijn om deze omzetting achterwege te laten. Dergelijke redenen zijn de rechtbank niet gebleken. Zij neemt hierbij in aanmerking dat de reclassering gedurende zes jaar op verschillende manieren heeft geprobeerd gedragsverandering bij betrokkene te bewerkstelligen, maar dat hij steeds terugvalt in zijn oude gedrag en onvoldoende vooruitgang laat zien. Betrokkene heeft van meet af aan zijn eigen koers willen varen en zich niet begeleidbaar opgesteld, ondanks meerdere (officiële) waarschuwingen. Ook op zitting heeft betrokkene weinig tot geen intrinsieke motivatie tot gedragsverandering laten zien. Gezien het voorgaande, het hoge recidiverisico en het gegeven dat de reclassering geen mogelijkheden meer ziet om op verantwoorde wijze uitvoering te geven aan het toezicht, is de rechtbank van oordeel dat alsnog de verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden bevolen.

6.Beslissing

De rechtbank
beveeltdat betrokkene alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze beslissing is genomen door
mr. L.W. Louwerse, voorzitter,
en
mr. J.C.A.M. Losen
mr. S.H. Stein, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.J.E.M. Hoezen, griffier en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 oktober 2025.