ECLI:NL:RBZWB:2025:6979

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
16 oktober 2025
Zaaknummer
BRE 25/2511
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in bestuursrechtelijke zaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 oktober 2025, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg van 7 november 2024 behandeld. Dit besluit betreft de toekenning van een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een kamerverhuurvergunning. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet heeft betaald. De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden betaald om ontvankelijk te zijn. Eiseres heeft geen verontschuldiging gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, ondanks dat zij meerdere keren in de gelegenheid is gesteld om dit te doen. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat het bestreden besluit in stand blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 25/2511

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 oktober 2025 in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaats], eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van het college van 7 november 2024. In dit besluit wordt de omgevingsvergunning toegekend aan de vergunninghouder voor het uitbreiden van de kamerverhuurvergunning van het pand aan [adres] te [plaats].
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van
de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 187,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiseres het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 23 juni 2025 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
De brief van 23 juni 2025 is onbestelbaar aan de rechtbank geretourneerd, waarna de brief opnieuw bij gewone post is verzonden op 23 juli 2025. In deze brief is aangegeven dat de termijn eindigt twee weken na de datum van verzending van de brief.
5. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van
I. Ambachtsheer, griffier, op 16 oktober 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.