Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
niet anders kan zijndan dat dat geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Hierbij is van belang dat verdachte heeft verklaard dat hij niet wist van de aanwezigheid van het geld en hij dus ook geen verklaring heeft afgelegd met de strekking dat het geld een legale herkomst zou hebben. Verder stelt de rechtbank vast dat zich sinds de inbeslagname van het grote geldbedrag niemand heeft gemeld als rechtmatige eigenaar. Gelet daarop en op de hoeveelheid, de wijze van verpakking en de plaats van aantreffen van het geld, kan naar het oordeel van de rechtbank een criminele herkomst als
enige aanvaardbare verklaringgelden. Dat heeft de verdediging, door alleen naar het gebrek aan wetenschap te wijzen, ook niet weersproken. Een criminele herkomst is in dit geval echter niet voldoende om tot een bewezenverklaring te komen dat verdachte dat geld heeft witgewassen. Het is immers aangetroffen in de kofferbak van een auto die niet van hem is.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van vier maanden;
verklaart verbeurdde volgende voorwerpen:
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
(art. 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art. 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht).