In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 oktober 2025, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar tegen de beëindiging van haar Ziektewetuitkering. Eiseres had op 13 december 2024 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 14 november 2024, waarin haar uitkering werd beëindigd omdat zij meer dan 65% van haar eerdere loon kan verdienen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. De rechtbank wijst erop dat het UWV uiterlijk op 5 juni 2025 had moeten beslissen, maar dit niet heeft gedaan. Eiseres heeft het UWV op 17 juni 2025 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het UWV alsnog binnen vier maanden na deze uitspraak een besluit moet nemen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50, die door het UWV moet worden betaald. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is en dat het UWV de verplichtingen moet nakomen.