ECLI:NL:RBZWB:2025:7070
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake rectificatie politiegegevens
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 oktober 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die om rectificatie van politiegegevens vraagt, afgewezen. Verzoeker stelt dat hij door de onterechte registratie psychische lijdensdruk ervaart en dat er reputatieschade en onomkeerbare gevolgen zijn bij identiteitscontroles. Hij beroept zich op artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een voorlopige voorziening te treffen bij onverwijlde spoed. De voorzieningenrechter benadrukt dat de procedure voor voorlopige voorzieningen bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een maatregel te treffen, waarbij spoedeisendheid een cruciale rol speelt.
Verzoeker heeft op 9 oktober 2025 een schriftelijke onderbouwing gegeven van zijn spoedeisend belang, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de argumenten van verzoeker, hoewel invoelbaar, onvoldoende zijn om aan te nemen dat er sprake is van een actueel spoedeisend belang. De voorzieningenrechter merkt op dat verzoeker geen medische onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde psychische schade en dat de overige argumenten voornamelijk betrekking hebben op toekomstige onzekere gebeurtenissen. Hierdoor kan er geen actueel belang aan ontleend worden. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker de beroepsprocedure kan afwachten en wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.