ECLI:NL:RBZWB:2025:7095

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
22 oktober 2025
Zaaknummer
02-700150-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor betrokkene na eerdere veroordelingen en behandeling

Op 16 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, die eerder was veroordeeld voor poging tot doodslag en zware mishandeling. De rechtbank ontving op 12 september 2025 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de tbs met twee jaren. Betrokkene, geboren in 1998 en verblijvende in FPC [tbs-instelling], werd bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N. Wouters. Tijdens de zitting werd de officier van justitie, mr. J. Verschuren, gehoord, evenals deskundigen van de tbs-instelling en externe gedragsdeskundigen.

De rechtbank constateerde dat betrokkene sinds zijn overplaatsing naar FPC [tbs-instelling] positieve stappen had gezet, maar dat er nog steeds risico's aanwezig waren. De deskundigen adviseerden unaniem om de tbs te verlengen, gezien de gebrekkige ontwikkeling van betrokkene's geestvermogens en het risico op herhaling van geweld. Betrokkene zelf heeft aangegeven zich meewerkend en gemotiveerd op te stellen, en heeft ingezien dat vluchten geen zin heeft.

De rechtbank oordeelde dat de vordering tijdig was ingediend en dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eiste. Gezien de positieve ontwikkeling van betrokkene, maar ook de noodzaak voor verdere behandeling, besloot de rechtbank de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen. Deze beslissing werd genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving en de behandeling van betrokkene.

Uitspraak

Rechtbank ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-700150-18
Beslissing van de meervoudige kamer van 16 oktober 2025 met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
verblijvende te FPC [tbs-instelling],
hierna: betrokkene,
raadsvrouw: mr. N. Wouters, advocaat te Middelburg.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 12 september 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaren;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid tot en met 7 juli 2025;
- de rapportage van [naam 1], forensisch psychiater, van 29 juli 2025;
- de rapportage van [naam 2], GZ-psycholoog, van 5 augustus 2025;
- het rapport van FPC [tbs-instelling] van 22 augustus
2025, waarin het advies van de instelling is vermeld.

2.Inleiding

Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van
13 februari 2019 is betrokkene, wegens poging tot doodslag, zware mishandeling en
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid van de Wet wapens en munitie, veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van het voorarrest, en is aan
hem tbs met voorwaarden opgelegd.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is op 23 oktober 2019 aangevangen. Bij beslissing van 26 april 2022 heeft deze rechtbank, gelet op het feit dat betrokkene voorwaarden had overtreden, bevolen dat betrokkene alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
De tbs is laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 20 december 2023 verlengd met een termijn van twee jaren.

3.Procesverloop

De rechtbank heeft op 12 september 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de tbs.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 16 oktober 2025 behandeld. De officier van justitie, mr. J. Verschuren, is gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N. Wouters, advocaat te Middelburg. Verder is [naam 3], assistent hoofd behandeling bij de tbs-instelling, als deskundige gehoord.

4.Adviezen

4.1.
Advies instelling
De tbs-instelling heeft in de rapportage geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaren en heeft daartoe in haar advies, samengevat, het volgende vermeld. Betrokkene verbleef van
2 februari 2023 tot 16 oktober 2024 bij [kliniek]. In september 2024 heeft betrokkene plannen gemaakt om de kliniek te ontvluchten, omdat hij niet langer kon verdragen zijn zoon niet te zien. Omdat hiermee het vertrouwen is geschonden, is betrokkene op 16 oktober 2024 overgeplaatst naar FPC [tbs-instelling]. Daar heeft betrokkene de afgelopen periode motivatie en samenwerking laten zien. Zijn motivatie en gedragsregulatie blijven echter kwetsbaar bij spanning, verveling of fysieke beperkingen, die onder meer volgen uit de knieoperatie die heeft plaatsgevonden in mei 2025. Door die operatie is het moeilijker om structuur te behouden, wat samenhangt met meerdere terugvallen in cannabisgebruik. Ook is er sprake van beperkte en vaak conflictueuze netwerkcontacten en heeft betrokkene moeite met het structureel naleven van afspraken. Het huidige beveiligingsniveau van een FPC is noodzakelijk om de aanwezige risico's te beheersen. Binnen dit kader kan ook intensieve behandeling plaatsvinden. De verblijfsintensiteit biedt mogelijkheden tot continue observatie, snelle interventie bij terugval en het gecontroleerd opbouwen van vrijheden, zoals de voorgenomen start met begeleid verlof met enkelband. Gezien de fase van de behandeling en de stappen die nog gezet moeten worden, is het noodzakelijk om de maatregel met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de deskundige het advies van de tbs-instelling bevestigd en daaraan nog
het volgende toegevoegd. Sinds betrokkene is overgeplaatst, gaat het beter met hem. Er is nog steeds een wisselend beeld zichtbaar, maar de frequentie van de wisselingen is afgenomen. De komende periode zal er gestart worden met begeleid verlof en wordt er een passende vervolgplek gezocht. Daarnaast zal er gestart worden met EMDR-therapie, wat mogelijk kan helpen bij de behandeling van de persoonlijkheidsproblematiek. Gezien het verloop van het traject tot nu toe is het van belang dat alle stappen rustig worden doorlopen.
4.2.
Adviezen (externe) gedragsdeskundigen
Zowel de psycholoog als de psychiater adviseert de tbs te verlengen met twee jaren. Er is bij betrokkene nog steeds sprake van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Bij het wegvallen van de tbs is er een hoog risico op herhaling van geweld. Momenteel zijn met het huidige risicomanagement de risicofactoren onder controle, maar dit moet wel intensief worden afgestemd om betrokkene op een veilige en gecontroleerde manier te blijven begeleiden binnen de kaders van de tbs.
De psycholoog benadrukt dat het nastreven van abstinentie een cruciaal onderdeel van het risicomanagement moet zijn. Daarnaast is het van belang dat betrokkene blijvend vaardigheden aanleert in maatschappelijk functioneren. De behandeling moet dan ook niet alleen gericht zijn op klinische stabiliteit en het nastreven van (blijvende) abstinentie van middelen, maar ook op praktische gedragsvaardigheden.
De psychiater heeft geadviseerd dat bij het uitbreiden van het verlof getoetst moet worden in hoeverre betrokkene zich meer volwassen kan opstellen. De psychiater heeft betrokkene in dat kader drie concrete taken als leidraad meegegeven om zijn behandeling vorm te geven.

5.Standpunt van partijen

5.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.
5.2.
Standpunt van de verdediging
Betrokkene en de raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen verlenging van de tbs met twee jaren. Betrokkene heeft ingezien dat het geen zin heeft om te vluchten en besloten de strijdbijl met de kliniek te begraven. Hij stelt zich sindsdien meewerkend en gemotiveerd op. Hij doet zijn best om het vertrouwen terug te winnen en hoopt dat de samenwerkingsrelatie met de kliniek en de behandelaren de komende periode verbeterd wordt.

6.Beoordeling

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg
kennis heeft genomen van het misdrijf ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één
maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zou eindigen, ingediend. De
officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Uit de stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat er na een moeizame periode goede stappen zijn gezet. De rechtbank heeft oog voor de positieve omslag die betrokkene heeft gemaakt. Hij heeft ervoor gekozen om zich niet meer te verzetten, toont behandelinzet en is gemotiveerd om het vertrouwen te herstellen. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat betrokkene deze positieve lijn zal voortzetten. Tegelijkertijd is de omslag nog pril en moeten er nog veel stappen gezet worden in het traject. De komende periode gaat gestart worden met het begeleid verlof, wat een eerste stap zal zijn om te kijken hoe betrokkene omgaat met meer vrijheden.
Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de tbs met een termijn van één jaar, de tbs verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. De rechtbank ziet geen reden daar in dit geval van af te wijken.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar. Met die beslissing wordt ook voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

7.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met
2 (twee)jaren.
Deze beslissing is genomen door mr. H. Skalonjic, voorzitter, mr. L.W. Louwerse en
mr. B. Akdikan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Holtgrefe, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 oktober 2025.