ECLI:NL:RBZWB:2025:7176
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag inkomstenbelasting en belastingrentebeschikking in het kader van de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 oktober 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende voor het jaar 2020 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.873, inclusief een belastingrente van € 151. Na bezwaar van belanghebbende heeft de inspecteur de aanslag en belastingrentebeschikking verminderd, maar de correctie met betrekking tot de ontvangen Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) van € 4.000 in stand gehouden.
Belanghebbende, die een onderneming drijft in voetverzorgende activiteiten, heeft in zijn aangifte IB/PVV 2020 het ontvangen bedrag aan TOGS niet correct verwerkt. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de aanslag en belastingrentebeschikking niet tot te hoge bedragen heeft vastgesteld. De rechtbank concludeert dat de TOGS tot de winst uit onderneming behoort, maar dat er een vrijstelling geldt, waardoor het bedrag op een specifieke manier in de aangifte moet worden opgenomen. Belanghebbende heeft dit niet gedaan, wat leidde tot een te laag bedrag aan winst uit onderneming.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de aanslag en belastingrentebeschikking in stand blijven. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten door middel van hoger beroep bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van de uitspraak.