In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 23 oktober 2025, wordt het bezwaar van eiseres tegen het besluit van het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres had op 1 juli 2024 bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar bijstandsuitkering, maar volgens Orionis waren de bezwaargronden niet tijdig ingediend. De rechtbank beoordeelt de beroepsgronden van eiseres en komt tot de conclusie dat Orionis terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank stelt vast dat de gemachtigde van eiseres niet heeft gereageerd op de verzoeken van Orionis om de gronden van bezwaar in te dienen binnen de gestelde termijnen. Ondanks de argumenten van de gemachtigde, waaronder een vermeende miscommunicatie over de termijn en persoonlijke omstandigheden, oordeelt de rechtbank dat de termijnoverschrijding voor rekening van de eiseres komt. De rechtbank benadrukt dat een professionele rechtshulpverlener verantwoordelijk is voor het bewaken van termijnen en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het besluit van Orionis in stand blijft en eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.