ECLI:NL:RBZWB:2025:7192

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
24 oktober 2025
Zaaknummer
11225331 \ MB VERZ 24-580
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen verkeersboete met matiging op basis van persoonlijke omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het niet afsluiten van de vereiste verzekering voor zijn bromfiets. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn zittingsvertegenwoordiger, mr. O. El-Hagoug, heeft het standpunt van de betrokkene toegelicht.

De betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder twee herseninfarcten en een periode van ziekenhuisopname en revalidatie. De zittingsvertegenwoordiger verzocht om gedeeltelijke gegrondverklaring van het beroep en matiging van de boete. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden, maar heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot € 105,00, en de beslissing van de officier van justitie te wijzigen. De betrokkene heeft recht op terugbetaling van het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer.: 11225331 \ MB VERZ 24-580
CJIB-nummer: [cjib-nummer]
uitspraakdatum: 6 augustus 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna : betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 6 augustus 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. O. El-Hagoug (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden via RDW Veendam (registercontrole) op 16 maart 2023 om 17:07 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene heeft twee keer een herseninfarct gehad. Hierdoor is betrokkene aan één kant van zijn lichaam verlamd. Betrokkene is tussen 5 februari 2023 en 17 maart 2023 in het ziekenhuis en in een revalidatiecentrum behandeld. Betrokkene heeft de bromfiets al langere tijd niet gebruikt en door een onverwachte gebeurtenis heeft betrokkene hier niet aan kunnen denken. De zoon van betrokkene voert aan dat betrokkene geestelijk en lichamelijk niet in staat is om motorrijtuig gebonden verplichtingen te voldoen. Betrokkene verzoekt om vernietiging van de initiële beschikking.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het dossier bevat een uitdraai van het RDW waaruit blijkt dat het voertuig op de peildatum 16 maart 2023 niet was verzekerd. Het voertuig dient te worden verzekerd of te worden geschorst. Het nalaten hiervan komt in beginsel voor rekening en risico van de kentekenhouder. Gelet op de omstandigheden die betrokkene aanvoert in het beroepschrift verzoekt de zittingsvertegenwoordiger het sanctiebedrag te matigen tot de helft.

Overwegingen

InhoudelijkDe kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de gegevens van het RDW - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
Het is de verplichting van de kentekenhouder ervoor te zorgen dat het voertuig is verzekerd of geschorst. Het niet doen daarvan komt in beginsel voor rekening en risico van de kentekenhouder. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Er is sprake van zodanig ernstige persoonlijke omstandigheden dat matiging gerechtvaardigd is. De boete zal worden gematigd tot € 105,00.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 105,-, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 120,-, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: