Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het geven van signalen op de Van Beethovenlaan te Roosendaal op 21 maart 2023. De betrokkene stelde dat hij moest toeteren om een eend op de weg te verjagen, maar de kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging. De kantonrechter vond de verklaring van de betrokkene niet aannemelijk en concludeerde dat de boete terecht was opgelegd.
Echter, de kantonrechter constateerde ook dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden. De boete was opgelegd op 11 april 2023 en de procedure had langer dan twee jaar geduurd, wat in strijd is met artikel 6, lid 1 van het EVRM. Gezien deze overschrijding besloot de kantonrechter de boete met 25% te matigen. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en de boete werd vastgesteld op € 120,- plus € 9,- administratiekosten. Tevens werd de officier van justitie opgedragen om € 40,- aan betrokkene terug te betalen, dat te veel als zekerheid was betaald.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk, tenzij anders verzocht.