ECLI:NL:RBZWB:2025:7222

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
24 oktober 2025
Zaaknummer
11276972 \ MB VERZ 24-638
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete wegens overschrijding van de redelijke termijn

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op 30 juni 2023. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. O. El-Hagoug, was wel aanwezig. De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld, maar heeft ook geconstateerd dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de boete terecht was opgelegd, maar heeft deze met 25% gematigd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het bedrag dat de betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald, moet worden terugbetaald. Tevens zijn de proceskosten van de betrokkene voor vergoeding in aanmerking gekomen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer.: 11276972 \ MB VERZ 24-638
CJIB-nummer: [cjib-nummer]
uitspraakdatum: 6 augustus 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna : betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 6 augustus 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. O. El-Hagoug (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de Van Beethovenlaan kruising Strausslaan te Roosendaal op 30 juni 2023 om 20:52 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Op de foto’s in het dossier is niet te zien dat betrokkene het verkeerslicht is gepasseerd. Te zien is dat het geflitste voertuig zich op beide foto’s nog voor het verkeerslicht bevindt. Ook uit de in het zaakoverzicht opgenomen verklaring blijkt niet dat betrokkene voorbij het rode licht is gereden. Daaruit blijkt slechts dat betrokkene na de eerste foto verder is gereden. Op de tweede flitsfoto is de positie van het voertuig te zien bij de achterste onderbroken lijn. Het voertuig van betrokkene bevindt zich met de voorkant bij deze lijn. Tussen deze lijn en het verkeerslicht zit nog ruimte.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Op basis van de foto’s in het dossier kan de gedraging voldoende worden vastgesteld. Wel is verzocht de boete te matigen met 25%, nu sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn.

Overwegingen

InhoudelijkUitgangspunt is dat in het algemeen van een bestuurder mag worden verwacht dat hij te allen tijde in staat is het voertuig tijdig en op een verantwoorde wijze voor een verkeerslicht tot stilstand te brengen. Van een bestuurder mag men immers verwachten dat hij anticipeert op een naderend verkeerslicht en zijn snelheid zodanig aanpast dat tijdig kan worden gestopt. Indien een driekleurig verkeerslicht geel licht uitstraalt, houdt dit in beginsel in dat moet worden gestopt. Slechts indien men het verkeerslicht zo dicht genaderd is dat stoppen niet meer mogelijk is, mag men doorrijden. Uit de databalk bij de foto’s blijkt dat het licht eerst 2,9 seconden geel licht heeft uitgestraald. Als betrokkene niet tijdig kan stoppen voor het geel uitstralend verkeerslicht heeft betrokkene onvoldoende geanticipeerd op het verkeerslicht. Hierdoor heeft hij zichzelf in de situatie gebracht waarin hij meende niet anders te kunnen dan door te rijden. Als betrokkene bij geel licht doorrijdt terwijl hij diende te stoppen, heeft hij het risico aanvaard dat het verkeerslicht nog gedurende deze manoeuvre rood licht zou gaan uitstralen. De boete is dus terecht opgelegd.
Overschrijding redelijke termijn
Een ieder heeft recht op behandeling van zijn rechtszaak binnen een redelijke termijn (artikel 6, lid 1 van het EVRM). Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:GHARL:2017:1777) is sprake van schending van die redelijke termijn van berechting wanneer de procedure bij de officier van justitie en de kantonrechter tezamen langer dan twee jaar heeft geduurd. Deze termijn vangt aan bij het opleggen van de boete.
In dit geval is de boete opgelegd op 23 juli 2023 en is de redelijke termijn dus met ruim twee weken overschreden.
Omdat sprake is van een overschrijding zal de kantonrechter de boete matigen met 25% (zie ECLI:NL:GHARL:2023:6369). Het beroep is dus gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.
ProceskostenVanwege de matiging van de boete komen de proceskosten van het beroep bij de kantonrechter voor vergoeding in aanmerking. De proceskostenvergoeding is als volgt berekend:
beroepschrift kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,25 x € 907,- = € 226,75

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 210,-, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 70,-, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 226,75.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: