ECLI:NL:RBZWB:2025:7316
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen door UWV op aanvraag herbeoordeling WIA
In deze uitspraak beslist de rechtbank Zeeland-West-Brabant over het beroep van eiseres tegen het niet op tijd beslissen van het UWV op haar aanvraag om een herbeoordeling van haar (ex)werkneemster op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift onredelijk laat is ingediend. De eiseres had op 29 maart 2022 een aanvraag tot herbeoordeling gedaan, maar heeft pas op 25 augustus 2025 beroep ingesteld, meer dan twee jaar na het indienen van een ingebrekestelling op 27 maart 2023. De rechtbank concludeert dat eiseres gedurende deze periode geen actie heeft ondernomen om een besluit op haar verzoek te verkrijgen, wat leidt tot de conclusie dat het beroepschrift onredelijk laat is ingediend. Eiseres heeft aangevoerd dat zij rekening heeft gehouden met capaciteitsproblemen bij het UWV, maar de rechtbank ziet hierin geen verontschuldiging voor de vertraging. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van gemaakte kosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en openbaar gemaakt op 30 oktober 2025.