Op 12 februari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een zaak waarin de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] 1999, die gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting te Vught. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 12 augustus 2025. De beslissing is gebaseerd op de vaststelling dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis in het schizofreniespectrum, wat leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene momenteel in voorlopige hechtenis verblijft en dat er een risico bestaat op ernstig lichamelijk letsel en psychische schade, vooral wanneer hij psychotisch decompenseert.
De rechtbank heeft de medische verklaring van 31 januari 2025 en het advies van de geneesheer-directeur in overweging genomen, evenals de standpunten van zowel de officier van justitie als de raadsman van de betrokkene. De raadsman heeft betoogd dat er geen sprake is van een stoornis die leidt tot ernstig nadeel en dat de betrokkene bereid is om vrijwillig medicatie te nemen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat de betrokkene in staat is om weloverwogen beslissingen te nemen over zijn behandeling en dat er geen alternatieven zijn voor verplichte zorg.
De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd door te stellen dat de betrokkene in het verleden niet bereid was om medicatie te gebruiken en dat er een risico bestaat dat hij de voorgeschreven medicatie niet inneemt zonder gedwongen behandeling. De rechtbank heeft de verschillende vormen van verplichte zorg goedgekeurd, waaronder het toedienen van medicatie en opname in een accommodatie, en heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot verlenging indien nodig. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen twee weken worden ten uitvoer gelegd.