In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 oktober 2025, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Eiseres heeft het UWV op 27 mei 2025 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen. Gezien de omstandigheden, waaronder een tekort aan verzekeringsartsen, wordt de termijn verlengd tot vier maanden. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 453,50 voor proceskosten, en het UWV moet het griffierecht van € 53,- aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.