ECLI:NL:RBZWB:2025:7483
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging onder voorwaarden van vertrek uit Nederland
Op 31 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1984. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs beoordeeld. De betrokkene is eerder veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege wegens ernstige misdrijven, waaronder poging tot moord. De tbs is op 29 oktober 2019 aangevangen en is voor het laatst verlengd op 3 november 2023. Tijdens de zitting op 17 oktober 2025 zijn zowel de betrokkene als deskundigen gehoord. De tbs-instelling adviseerde om de tbs te verlengen, maar de officier van justitie en de verdediging pleitten voor opheffing van de tbs onder de voorwaarde dat de betrokkene Nederland verlaat en niet terugkeert. De rechtbank concludeert dat er nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis en een hoog recidiverisico. Gezien de omstandigheden, waaronder de ongewenstverklaring van de betrokkene in Nederland, heeft de rechtbank besloten de tbs te beëindigen op voorwaarde dat de betrokkene Nederland verlaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in Marokko een passende vervolgvoorziening is voor de betrokkene, wat bijdraagt aan de veiligheid van de maatschappij. De beslissing is genomen op basis van artikel 6:6:10b van het Wetboek van Strafvordering.