ECLI:NL:RBZWB:2025:749

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 februari 2025
Publicatiedatum
12 februari 2025
Zaaknummer
11113930 \ CV EXPL 24-1782 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen herstelkosten door professionele koper na aankoop plafondplaten

In deze civiele zaak heeft eiser, een professionele koper, plafondplaten gekocht van gedaagde, Hornbach. Eiser heeft de plafondplaten in zijn woning gemonteerd, maar deze zijn losgekomen en verzakt. Hij vordert herstelkosten van Hornbach, omdat hij stelt dat de bijgeleverde handleiding onjuist en onduidelijk was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet als consument kan worden aangemerkt, aangezien hij de plafondplaten heeft aangeschaft in het kader van zijn bedrijf. De rechtbank concludeert dat de plafondplaten voldoen aan de overeenkomst en dat er geen sprake is van non-conformiteit. Eiser had bij onduidelijkheden navraag moeten doen bij Hornbach en heeft bovendien bewust afgeweken van de handleiding. De vorderingen van eiser worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van € 947,00.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11113930 \ CV EXPL 24-1782
Vonnis van 12 februari 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. W.F. Schovers,
tegen
HORNBACH BOUWMARKT (NEDERLAND) B.V., M.H.O.D.N. HORNBACH BOUWMARKT + TUINCENTRUM,
te Breda,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Hornbach,
gemachtigde: mr. R.S. Ariëns.
De zaak in het kort
[eiser] heeft plafondplaten van Hornbach gekocht en in zijn woning gemonteerd, maar de plafondplaten zijn losgekomen en verzakt. [eiser] vordert in deze procedure herstelkosten, omdat de verstrekte handleiding van Hornbach onjuist en onduidelijk was. De vorderingen van [eiser] worden afgewezen, want [eiser] wordt niet als consument aangemerkt en met de plafondplaten zelf is niets mis. [eiser] monteert plafonds in het kader van de uitoefening van zijn bedrijf, zodat hij als professionele koper bij eventuele onduidelijkheden in de handleiding navraag had moeten doen bij Hornbach. Bovendien is [eiser] bewust afgeweken van de handleiding, zodat niet kan worden geconcludeerd dat de schade is ontstaan door een onjuiste of onduidelijke handleiding van Hornbach.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 31 juli 2024 met de daarin genoemde stukken,
  • het bericht van 5 november 2024 met productie(s) van [eiser] ,
  • het bericht van 7 november 2024 met productie(s) van Hornbach,,
  • het bericht van 12 november 2024 met productie(s) van [eiser] ,
  • de spreekaantekeningen van Hornbach,
  • de mondelinge behandeling van 20 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is vennoot van de vennootschap onder firma [V.O.F.] .
2.2.
Op onder meer de volgende data zijn op naam van PROFI-klant “ [V.O.F.] ” plafondplaten bij Hornbach in Breda gekocht:
  • 13 oktober 2022 (4 m2)
  • 11 januari 2023 (20 m2)
  • 24 januari 2023 (64 m2)
  • 5 april 2023 (5 m2).

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat – om Hornbach te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 15.649,28 aan schadevergoeding (herstelkosten), vermeerderd met rente en (proces)kosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat Hornbach is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst van 190m2 coverboard plafondplaten. [eiser] stelt dat er sprake is van non-conformiteit, omdat Hornbach onjuiste en onduidelijke instructies voor de montage van de plafondplaten heeft verstrekt. Als gevolg daarvan zijn er plafondplaten naar beneden gevallen en verzakt. [eiser] heeft Hornbach gevraagd om dit te herstellen, maar Hornbach heeft aansprakelijkheid afgewezen. [eiser] stelt hierdoor schade te hebben geleden vordert daarom herstelwerkzaamheden. Er moeten in totaal 9 plafonds worden verwijderd en de plafondplaten moeten opnieuw worden gemonteerd, met bijkomende werkzaamheden.
3.3.
Hornbach voert verweer. Hornbach concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Hornbach betwist allereerst dat sprake is van een koopovereenkomst met [eiser] voor 190m2 plafondplaten, omdat op de gestelde aankoopdatum van 24 januari 2023 niet de gestelde hoeveelheid plafondplaten van 190m2 bij Hornbach is gekocht in de winkel in Breda. Volgens Hornbach heeft [eiser] niet voldaan aan zijn stelplicht inzake de gesloten koopovereenkomst en heeft hij zijn stellingen niet of nauwelijks onderbouwd. Voor zover er sprake is van een koopovereenkomst betwist Hornbach dat sprake is van een consumentenkoop, omdat op 24 januari 2023 de vennootschap van [eiser] als zakelijke (PROFI)klant 64 m2 plafondplaten bij Hornbach heeft gekocht. Nu er geen sprake is van een consumentenkoop, geldt in dit geval slechts het normale conformiteitsvereiste van artikel 7:17 BW en is het de vraag of de zaak voldoet aan de te verwachten eigenschappen en de plafondplaten voldoen hieraan. Voor zover toch sprake is van een consumentenkoop, dan is de handleiding bij de plafondplaten voldoende duidelijk en leidt deze niet tot non-conformiteit. Hornbach voert aan dat [eiser] de handleiding niet goed heeft opgevolgd, waardoor de schade is ontstaan. Zo volgt uit foto’s dat [eiser] de plafondplaten niet over de lengte én breedte heeft gemonteerd (alleen in de lengte), de plafondplaten niet in verband heeft gelegd en hij het rachelwerk waarop de platen worden aangebracht niet correct heeft aangebracht. Verder betwist Hornbach de aard, omvang en hoogte van de gevorderde schadevergoeding. [eiser] vordert integrale vervanging van alle plafondplaten en bijkomende werkzaamheden, maar hij heeft volgens Hornbach onvoldoende onderbouwd waarom dit nodig is en er niet bijvoorbeeld plaatselijk herstel aan de orde kan zijn.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Volgens [eiser] is er sprake van non-conformiteit, omdat Hornbach een onduidelijke (montage)instructie heeft verstrekt bij de door hem in privé gekochte plafondplaten. Partijen verschillen van mening of tussen hen sprake is van een (consumenten)koopovereenkomst, zodat dit eerst moet worden vastgesteld.
(Consumenten)koopovereenkomst
4.2.
Op grond van artikel 7:5 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is sprake van een consumentenkoop wanneer de koop met betrekking tot een roerende zaak wordt gesloten door een verkoper die handelt in de uitoefening van zijn beroeps- of bedrijfsactiviteiten en een koper, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
4.3.
Bij dagvaarding stelt [eiser] dat hij op of omstreeks 24 januari 2023 plafondplaten heeft gekocht bij Hornbach bestemd voor zijn woning, maar Hornbach betwist dat zij een koopovereenkomst heeft gesloten met [eiser] als consument. In het systeem van Hornbach staat een aankoop van plafondplaten op die datum op naam van [V.O.F.] , maar dat is de vennootschap van [eiser] . Ter zitting heeft [eiser] toegelicht dat hij dezelfde plafondplaten ook regelmatig bij Hornbach koopt in het kader van de uitoefening van zijn bedrijf. Vervolgens heeft hij het standpunt ingenomen dat hij omstreeks januari 2023, althans op verschillende momenten over een periode van een aantal maanden, de plafondplaten in privé heeft gekocht voor zijn woning, maar dit heeft hij verder niet onderbouwd. [eiser] heeft bij dagvaarding verklaringen overgelegd van verschillende personen die aangeven dat zij wel eens met [eiser] naar de winkel van Hornbach in Breda zijn geweest om plafondplaten op te halen, maar uit deze verklaringen volgt niet wanneer dit precies zou zijn geweest. Bovendien volgt uit deze verklaringen ook niet of het daarbij specifiek ging om een privéaankoop van [eiser] . [eiser] heeft ter zitting nog een aanbod gedaan tot bewijslevering in de vorm van het horen van getuigen, maar de kantonrechter is van oordeel dat bewijslevering hier niet aan de orde is, omdat [eiser] de feiten van de gestelde consumentenkoopovereenkomst (aankoop in privé) daarvoor onvoldoende onderbouwd heeft gesteld.
4.4.
De kantonrechter oordeelt dat er wel kan worden vastgesteld dat [eiser] op verschillende momenten plafondplaten bij Hornbach heeft gekocht als PROFI-klant (zakelijke klant van Hornbach), want dat wordt door Hornbach erkend. De kantonrechter is van oordeel dat als [eiser] iets koopt als PROFI-klant, Hornbach er dan vanuit mag gaan dat [eiser] bij het sluiten van de koop heeft gehandeld voor doeleinden binnen zijn ondernemersactiviteit. Het maakt daarbij niet uit of [eiser] de aankoop vervolgens voor privédoeleinden gebruikt, zoals in dit geval voor zijn eigen woning. [1] De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een consumentenkoop, maar dat [eiser] in de uitoefening van zijn bedrijf plafondplaten bij Hornbach heeft gekocht.
De plafondplaten beantwoorden aan de overeenkomst (non-conformiteit)
4.5.
De vraag is vervolgens of de afgeleverde zaken beantwoorden aan de overeenkomst. Op grond van artikel 7:17 BW beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien de zaak, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij overeenkomst is voorzien.
4.6.
Vast staat dat de plafondplaten de eigenschappen bezitten die [eiser] mag verwachten en dat deze verder geen gebreken vertonen. De plafondplaten beantwoorden daarmee aan de overeenkomst.
4.7.
Volgens [eiser] zit de non-conformiteit in de onduidelijkheid van de bijgeleverde handleiding met (montage)instructies. De kantonrechter begrijpt dat [eiser] een beroep doet op artikel 7:18 lid 1 sub c BW, maar dit artikel geldt alleen voor een consumentenkoop. Daarvan is hier geen sprake, zodat [eiser] hier geen beroep op kan doen. Bovendien staat in dit geval vast dat [eiser] heeft gehandeld in het kader van de uitoefening van zijn bedrijf en ter zitting heeft hij toegelicht dat hij beroepsmatig plafondplaten monteert. Van een professional op dit gebied mag worden verwacht dat hij weet hoe hij plafondplaten moet bevestigen. Als [eiser] twijfelde over de juistheid of onduidelijkheid van de bijgeleverde handleiding, dan had het op de weg van [eiser] gelegen om hierover navraag te doen bij Hornbach.
4.8.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat ook al zou de handleiding op onjuistheden of onduidelijkheden worden getoetst, dan geldt dat er geen causaal verband kan worden vastgesteld tussen de door [eiser] gestelde schade en de eventuele onduidelijkheid van de handleiding van Hornbach. Ter zitting heeft [eiser] immers op basis van de overgelegde foto’s erkend dat hij het rachelwerk op het plafond niet heeft geplaatst zoals dat eigenlijk moet volgens de handleiding. [eiser] heeft hierbij toegegeven dat dit niet te maken had met de onduidelijkheid van de handleiding op dit punt, maar dat hij zelf heeft gekozen voor een andere wijze van rachelwerk, omdat hij die wijze beter vond. De kantonrechter stelt hiermee vast dat ten aanzien van het rachelwerk de handleiding in ieder geval niet onduidelijk was voor [eiser] . Dat [eiser] er vervolgens voor kiest om de handleiding niet volledig te volgen komt dan voor zijn rekening en risico.
Conclusie
4.9.
De kantonrechter concludeert dat de plafondplaten beantwoorden aan de koopovereenkomst en dat er geen sprake is van non-conformiteit. Dit betekent dat de vorderingen van [eiser] worden afgewezen.
4.10.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Hornbach worden begroot op:
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
947,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 947,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2025.