In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 oktober 2025, beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) vanwege het niet tijdig beslissen op haar bezwaar tegen een beslissing van 15 januari 2025. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.J. Heijman, stelt dat het UWV niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn heeft gereageerd op haar bezwaar. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, aangezien het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 7 augustus 2025 in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een besluit is genomen.
De rechtbank bepaalt dat het UWV alsnog binnen vier maanden na de uitspraak een besluit op het bezwaar moet nemen. Tevens legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet het UWV het griffierecht van € 53,- en de proceskosten van € 453,50 aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.