Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan eenvoudig witwassen. De verdachte, geboren in 1965 en ingeschreven als niet-ingezetene, was niet verschenen op de zitting, en zijn raadsman was ook afwezig. De officier van justitie, mr. J. Verschuren, heeft de zaak behandeld en de verdachte is verstek verleend. De tenlastelegging betrof het voorhanden hebben van geldbedragen die afkomstig waren uit misdrijven, met name de illegale verkoop van vapes en het niet opgeven van inkomsten aan de Belastingdienst.
De rechtbank heeft vastgesteld dat op 2 juli 2024 in een loods een bedrag van € 140.500,- is aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat dit geld van hem is en dat hij het heeft verdiend met verkoop- en reparatiewerkzaamheden. De rechtbank oordeelde dat een deel van het geld afkomstig was van misdrijven, maar niet het volledige bedrag. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde gedragingen onder sub a, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan eenvoudig witwassen, omdat het geld onmiddellijk afkomstig was uit door hem zelf begane misdrijven.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 10.000,-, te vervangen door 85 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook beslist dat de gevorderde verbeurdverklaring van het aangetroffen geld niet wordt gevolgd, omdat niet alle bedragen van misdrijf afkomstig zijn. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 4 november 2025.