ECLI:NL:RBZWB:2025:7553

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
02-700216-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor betrokkene na eerdere veroordelingen

Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van betrokkene, die ter beschikking was gesteld (tbs) na een veroordeling voor ernstige misdrijven, waaronder bedreiging en poging tot doodslag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, toegewezen. De tbs-maatregel is in 2019 gestart en is sindsdien meerdere keren verlengd. Tijdens de zitting op 21 oktober 2025 is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, en is er advies ingewonnen van een deskundige. De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen, gezien de aanhoudende stoornis en het risico op recidive. Betrokkene heeft echter ook vooruitgang geboekt in zijn behandeling, wat door de rechtbank is meegewogen. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid de verlenging van de tbs eist, en dat de behandeling van betrokkene langer dan een jaar zal duren. De rechtbank heeft daarom besloten de tbs met twee jaar te verlengen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-700216-18
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 4 november 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] ( [land] ) op [geboortedag] 1981
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Kliniek [kliniek] , [adres] (hierna: [kliniek] ).
[betrokkene] zal hierna worden aangeduid als betrokkene.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 9 september 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene;
- het rapport van [kliniek] d.d. 29 augustus 2025, waarin het advies van de inrichting is vermeld.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 23 juli 2019 is betrokkene, onder meer wegens bedreiging en poging tot doodslag, veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 5 november 2019 aangevangen. De tbs is bij beslissing van 9 november 2021 verlengd voor een termijn van twee jaren en bij beslissing van 16 november 2023 wederom verlengd voor een termijn van twee jaren.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 21 oktober 2025 is de officier van justitie, mr. J. Verschuren, gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Amsterdam.
Voorts is de deskundige [naam], GZ-psycholoog, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar.
De tbs-instelling heeft daartoe - samengevat en zakelijk weergegeven - naar voren gebracht dat zij de diagnostische classificatie hebben aangepast naar een anderszins gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische, antisociale en paranoïde trekken.
Sinds januari 2025 bevindt betrokkene zich in fase twee van het verloftraject (onbegeleid verlof) en kan hij, indien gekoppeld aan een doel, gebruik maken van begeleid verlof in heel Nederland. Het verlof is, op kleine incidenten na, overwegend goed verlopen. Betrokkene heeft geen middelen gebruikt en zijn psychiatrisch toestandsbeeld is grotendeels stabiel. Er is gebleken dat betrokkene ongeveer elke drie maanden een uitglijder heeft waarbij hij psychisch ontregelt, hetgeen echter geen delictgedrag oplevert. Zijn zelfinzicht is gegroeid, zijn frustratietolerantie is verbeterd en hij maakt spanningen bespreekbaar. Betrokkene conformeert zich aan behandelafspraken, staat goed in de samenwerking en neemt zijn verloven serieus. In de afgelopen periode heeft hij duidelijke vooruitgang laten zien. In de huidige klinische setting is het behandelplafond bereikt. Verdere vooruitgang en risicoreductie ligt met name in maatschappelijke integratie en een vervolgplaatsing bij een FPA. De komende periode is gericht op uitstroom naar FPA [locatie 1]. Betrokkene heeft hier in augustus 2024 een intake gehad en is daar aangenomen. Na een stabiele periode binnen de FPA is het voornemen dat betrokkene uitstroomt naar RIBW [locatie 2]. Hij zal hier meerdere jaren kunnen verblijven binnen een vorm van begeleid wonen, gezien zijn duidelijke baat bij structuur en toezicht. In deze setting kan het geleerde verder worden geconsolideerd en kan de TBS-titel gefaseerd worden afgebouwd. Het eindperspectief is begeleid wonen met ambulante zorg, waarin betrokkene - ondanks de chroniciteit van het psychiatrisch beeld - naar verwachting goed zal kunnen functioneren, mits er blijvend aandacht is voor structuur, toezicht en maatschappelijke verankering.
Op dit moment wordt het risico op gewelddadig gedrag zonder het kader van de tbs-maatregel ingeschat als hoog. Betrokkene is niet in staat om zelf een woonsituatie op te bouwen en heeft een zeer beperkt netwerk. Naar alle waarschijnlijkheid zal hij zijn medicatie staken en terugvallen in middelengebruik. Betrokkene heeft als coping-mechanisme terugtrekgedrag waardoor de psychotische wanen zullen toenemen wanneer hij dit niet kan toetsen bij zijn omgeving.
De kliniek adviseert de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de deskundige [naam] het verlengingsadvies bevestigd en daaraan nog het volgende toegevoegd.
Inmiddels is er een vierde aanvraag ingediend voor transmuraal verlof. Eerder is dit afgewezen aangezien er geen lange periode was van stabiliteit. Betrokkene is nu een jaar stabiel en de verwachting is dat het transmuraal verlof binnen een paar maanden zal worden goedgekeurd. In dat geval kan betrokkene omstreeks januari/februari 2026 naar de FPA [locatie 1] worden overgeplaatst. De periode binnen een FPA behelst normaliter 6 tot 12 maanden. Bij stabiliteit van betrokkene zal hij binnen het kader van de tbs-maatregel de stap naar RIBW [locatie 2] kunnen maken. De andere inschatting van de onafhankelijk deskundigen ten aanzien van de verwachte uitstroomplaats valt te verklaren doordat zij betrokkene op een heel slecht moment hebben gezien.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering om de tbs met twee jaar te verlengen gebleven. Er is bij betrokkene nog steeds sprake van een stoornis en er is nog een hoog recidiverisico. Het is goed om te horen dat betrokkene echt zijn best heeft gedaan en stappen heeft gezet in zijn behandeling. Het traject zal wel nog zeker meer dan één jaar in beslag nemen. De tbs dient daarom te worden verlengd met twee jaar.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij het advies tot een verlenging van twee jaar begrijpt. Het gaat het laatste jaar goed met hem, hij maakt stappen in de behandeling en hij wil deze stijgende lijn vasthouden om zo door te kunnen stromen naar de FPA [locatie 1] en daarna naar [locatie 2]. Het contact met zijn zoon is een belangrijke drijfveer om goed zijn best te blijven doen.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de vordering tot verlenging gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, waarbij het aan de rechtbank is om te bepalen voor welke duur de maatregel moet worden verlengd. Nu het nog onzeker is of het transmuraal verlof zal worden toegewezen en daarmee ook sprake is van onzekerheid betreffende de voortgang van het behandelplan, merkt de raadsman daarbij nog op dat verlenging van de maatregel voor de duur van twee jaar in dit geval niet gewenst is.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Volgens vaste jurisprudentie van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is het uitgangspunt dat, indien verwacht wordt dat de behandeling langer dan één jaar zal duren, de tbs-maatregel met twee jaar dient te worden verlengd. Uit het advies van [kliniek] en de toelichting van de deskundige ter zitting blijkt dat de koers die voor betrokkene op dit moment is ingezet, langer dan een periode van één jaar zal behelzen. Betrokkene heeft goede vooruitgang geboekt in de afgelopen periode. Hij zet zich in voor zijn behandeling, maakt spanningen bespreekbaar, houdt zich aan afspraken, gebruikt al langere tijd geen drugs en zijn zelfinzicht is gegroeid. Het transmuraal verlof moet echter nog worden goedgekeurd, waarna betrokkene naar de FPA [locatie 1] overgeplaatst kan worden voor verdere behandeling en daarna is nog een overplaatsing naar RIBW [locatie 2] voorzien. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het feit dat het nog niet zeker is of het transmuraal verlof wordt goedgekeurd, in dit geval geen reden is om de verlenging van de tbs te beperken tot één jaar.
De rechtbank zal de tbs met verpleging van overheidswege dan ook verlengen met twee jaar.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.H.M. Collombon, voorzitter, mr. G.M.J. Kok en mr. A.L. Hoekstra, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Bles en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 november 2025.