Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 november 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser
Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, de Commissie.
Samenvatting
Procesverloop
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 5 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van eiser tegen de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering als naaste uit het Schadefonds, omdat zijn broer slachtoffer was van een geweldsmisdrijf op 21 mei 2019. De Commissie heeft de aanvraag afgewezen, omdat niet voldaan werd aan de voorwaarden voor een uitkering. Eiser was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 25 september 2025 behandeld, waarbij eiser en mr. Y. Pieters namens de Commissie aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat de Commissie voldoende gemotiveerd had dat de broer van eiser niet voldeed aan de criteria voor een uitkering uit het Schadefonds. De Commissie had vastgesteld dat er geen sprake was van ernstig en blijvend letsel, zoals vereist door de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. De rechtbank concludeerde dat de Commissie de aanvraag terecht had afgewezen, omdat de medische gegevens niet aantoonden dat er een blijvende functiestoornis van 70% of meer was. Eiser kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard. Dit betekent dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt.