In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 november 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich op meerdere momenten schuldig heeft gemaakt aan winkeldiefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 15 juni 2025 en 11 juli 2025 goederen heeft weggenomen van Albert Heijn, met een totale waarde van € 480,03. De verdachte is eerder veroordeeld en heeft een uitgebreide justitiële documentatie, wat heeft geleid tot de conclusie dat hij een veelpleger is. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldaan is aan de voorwaarden voor het opleggen van een ISD-maatregel, zoals vastgelegd in artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie heeft een onvoorwaardelijke ISD-maatregel van twee jaar gevorderd, wat de rechtbank heeft toegewezen. De rechtbank heeft geen aftrek van het voorarrest toegepast, omdat de verdachte in een gedwongen kader begeleid kan worden bij zijn problematiek. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, omdat de ISD-maatregel al twee jaar in beslag zal nemen. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van goederen en ter voorkoming van verdere recidive.